Kruiden uit de tuin
heilzame smaakmakers
De geneeskrachtige werking van keukenkruiden
Vele van ons gebruiken in de keuken verse of gedroogde kruiden zoals oregano, tijm of basilicum. Kruiden die je bij ons niet in het wild zult tegen komen maar die je wel kunt aanplanten in je tuin of in potten op het balkon. Het zijn echte smaakmakers. De meeste keukenkruiden kenmerken zich door een relatief hoog percentage etherische oliën. Deze vluchtige moleculen hebben naast dat ze een lekkere smaak geven ook een geneeskrachtige werking zodat ze binnen de aromatherapie voor en groot palet aan lichamelijke klachten worden ingezet.
Veel kruiden die in het eten worden gebruikt zijn lid van de lipbloemenfamilie (Lamiaceae). Deze familie dankt haar naam aan de typische vorm van de kroonbladeren, die samengegroeid zijn tot een boven- en onderlip. Kruiden die bij deze familie horen zijn o.a.:
Basilicum, Bonenkruid, Citroenmelisse, Hysop, Lavendel, Munt, Majoraan, Oregano, Pepermunt, Salie en Tijm. Een andere grote groep keukenkruiden behoort tot de familie van de schermbloemige (Apiaceae) zoals Dille, Lavas of Maggiekruid, Kervel, Koriander, Karwei of Kummel, Peterselie en Selderij. De bloemen kenmerken zich zoals de naam al zegt doordat ze een scherm vormen. De overige kruiden zijn verdeeld over andere families zoals de composieten-, laurier-, look- en ijzerhardfamilie.
Naast het feit dat de keukenkruiden graag aan gerechten worden toegevoegd is het ook interessant om eens te kijken welke geneeskrachtige kwaliteiten deze kruiden bezitten. In de komende maanden zet ik de belangrijkste kruiden uit de kruidentuin op een rijtje en laat ik zien voor welke lichamelijke klachten deze kruiden binnen de volksgeneeskunde worden en werden ingezet. Iedere keer komt er een kruid bij. De onderstaande kruiden worden op alfabetische volgorde aan je voorgesteld:
Alsem (Artemisia absinthium)
Basilicum (Ocimum basilicum)
Bieslook (Allium schoenoprasum)
Bonenkruid (Satureja montana)
Citroenmelisse (Melissa officinalis)
Citroenverbene (Verbena citrodora)
Dille (Anethum graveolens)
Dragon (Artemisia dracunculus)
Hysop (Hyssopus officinalis)
Laurier (Laurus nobilis)
Lavas/ maggiekruid (Levisticum officinale)
Lavendel (Lavandula)
Kerrieplant (Helichrysum italicum)
Kervel (Anthriscus cerefolium)
Koriander (Coriandrum sativum)
Karwei/ Kummel (Carum carvi)
Munt (Mentha)
Marjolein (Origanum majorana)
Oregano (Origanum vulgare)
Peterselie (Petroselinum crispum)
Salie (Salvia officinalis)
Selderij (Apium graveolens)
Tijm (Thymus)
Venkel (Foeniculum vulgare)
Alsem (Artemisia absinthium)
Alsem is een plant uit de familie van de samengesteldbloemige. De kleine licht gele bloemknopjes bevinden zich als een soort aar aan de stengel. Dit kruid is verwant aan de Bijvoet (Artemisia vulgaris), een andere geneeskrachtige plant die we in het wild vaak tegen komen. Beide planten zijn een geschenk van Artemis, de godin van de jacht, van het bos en beschermster van vrouwen en kinderen.
Alsem wordt ook wel Bittere Bijvoet genoemd. Deze naam verraad direct waar we haar geneeskrachtige werking moeten zoeken, namelijk bij de bitterstoffen waar de plant rijk aan is. Houd je van bitter dan is dit dé plant in je eigen kruidentuin. Maar pas op want je moet er niet teveel van gebruiken.
De mooie zachte, grijs-groene blaadjes worden geoogst tijdens het bloeiseizoen. Alsem ondersteunt de gehele spijsvertering en wordt gebruikt bij klachten als verlies van eetlust, voor het eten om de spijsvertering op gang te brengen, bij een opgeblazen gevoel, misselijkheid, winderigheid of brandend maagzuur na het eten.
Alsem staat al eeuwenlang bekend als een sterk "Amarum aromaticum", d.w.z. een aromatisch bittermiddel met gezondheidsbevorderende eigenschappen. Aromaticum wil zeggen dat de plant naast de bitterstoffen ook etherische oliën bevat die bepalend zijn voor de smaak en de geneeskrachtige werking. De bittere smaak is met name afkomstig van absinthine, een sesquiterpeenlacton. Sesquiterpeenlactonen zijn niet vluchtige, bitter smakende organische verbindingen in planten die vaak een allergische of toxische reacties veroorzaken bij overdosering. Alsem bevat 0,2% tot 2% etherische oliën met als belangrijk bestanddeel Thujon dat in grote hoeveelheden een enigszins hallucinerend, neurotoxisch effect kan hebben. Thujon komt ook voor in andere planten als de Thuja (waarvan de naam is afgeleid), jeneverbes, oregano of salie. Daarnaast bevat het kruid flavonoïden, fenolzuren en tannines. Alsem wordt vooral ingezet vanwege haar positieve invloed op de spijsvertering. Ook staat Alsem bekend als anti-wormmiddel en gaat er een beschermende invloed vanuit op de lever.
Bühring en Girsch (1.) vermelden de volgende werking:
- Eetlustopwekkend
- Maag en Galblaas: toniserend (sterkend, stimulerend, en functie verbeterend)
- Hart: toniserend
- Zenuwstelsel: toniserend
- Groei en vermeerdering van bacteriën tegengaand
- Ontstekingsremmend
- Kramp verlichtend
Bitterstoffen stimuleren de afgifte van speeksel en maagsap. Amarum aromatica worden daarom graag ingezet bij maag-, darm- en galblaasklachten en verlies van eetlust. Net als bijvoet kan Alsem ook in de keuken worden gebruikt. Een kleine hoeveelheid in het eten is genoeg. Het maakt zwaar, vetrijk voedsel gemakkelijker te verteren.
Je kunt het kruid ook verwerken in een aperitief om voorafgaand aan de maaltijd de eetlust op te wekken, maar ook in een digestief voor na een maaltijd bij spijsverteringsproblemen. In een kruidenbitter mag Alsem niet ontbreken. Een bekend drankje waar de Alsem de hoofdrol speelt is Vermout. Vermouth is sterke, met kruiden gearomatiseerde wijn van 15%. De wijn verwarmt en heeft een stimulerend en verstevigend effect. Een ander drankje waardoor Alsem rond 1900 in opspraak kwam is Absint. Voor dit beruchte smaragdgroene, bittere, naar anijs smakende destillaat werd onder andere Alsem gebruikt. Het werd in de 19e eeuw door kunstenaars als Van Gogh overmatig genoten en aan het begin van de 20e eeuw verboden omdat het tot waanzin, epileptische aanvallen, hallucinaties en psychische storingen zou leiden. Hiervoor werd Alsem als boosdoener aangewezen. Tegenwoordig weten we dat de schadelijke effecten van Absint op de geestelijke gezondheid vooral veroorzaakt worden door het zeer hoge alcoholpercentages van 55% tot wel 70% en niet aan de Alsem. Langdurig en overmatig gebruik van alcohol kan zenuw- en hersenbeschadiging veroorzaken. Ook het koper dat men vroeger aan de Absint toevoegde om het drankje mooi groen te maken heeft mogelijk een bijdrage geleverd aan de giftige verschijnselen. Bovendien kon bij het destillatieproces het één en ander verkeerd gaan en naast alcohol ook methanol ontstaan dat veel giftiger is.
Wil je zelf een kruidenbitter met Alsem maken kijk dan voor een recept op de pagina "bereiding & toepassing" onder het kopje "kruidenwijn, -bitter & -likeur". In plaats van een alcoholische drank kun je van Alsem ook een thee bereiden. Vanwege de intens bittere smaak is pure Alsem thee echter niet voor iedereen te drinken. Het toevoegen van pepermuntblad of anijs kan de bittere smaak enigszins verzachten.
Alsem-wijn
Ook Hildegard von Bingen prees de Alsem als tonicum voor het gehele lichaam en verschreef haar als voorjaarskuur om arteriosclerose te voorkomen, ter verbetering van de gehele stofwisseling (jicht, diabetes), ter ondersteuning van de spijsverteringsorganen en het immuunsysteem en om de melancholie te verdrijven. Hier volgt haar recept:
- 40 ml vers geperste Alsemsap
- 1 liter witte wijn
- 150 gram honing
Snijd de verse Alsembladeren fijn en stamp ze in een vijzel verder aan. Daarna doe je alles in een doek en pers je de sap eruit (aldus dr. Hertzka en Strehlow; auteurs van de Große Hildegard-Apotheke). Met een sappers (slowjuicer) gaat het echter een stuk makkelijker als je die hebt. Daarna breng je de wijn met de honing kort aan de kook, roer je alles goed door en giet je de Alsemsap in de nog hete wijn. Je elixer is nu klaar. Hildegard raad je aan om hiervan iedere derde dag, van mei tot oktober, een borrelglaasje op nuchtere maag te drinken.
Contra-indicatie
Alsem is vanwege het aanwezige stofje Thujon, ongeschikt tijdens de zwangerschap en borstvoeding evenals voor kleine kinderen.
Thujon kan ongewenste bijwerkingen hebben en Alsem mag daarom niet langer dan 3-4 weken achtereen als kuur worden gebruikt. Wil je toch graag een kopje bittere thee, wissel Alsem dan af met andere bittere kruiden als Paardenbloem, Duizendguldenkruid, Duizendblad, Kalmoes of Malrove.
Binnen de aromatherapie wordt etherische olie van Artemisia absinthium L. niet gebruikt. Deze kan neurotoxisch (giftig voor het zenuwstelsel) en abortief werken.
- Praxis Heilpflanzenkunde. Ursel Bühring, Michaela Girsch. Haug, 2016
- Aromatherapie für Pflege- und Heilberufe; Kursbuch für Ausbildung und Praxis. Eliane Zimmermann. Haug, 2011
Basilicum (Ocimum basilicum)
Wie houd er in de zomer niet van.... een salade van diep rode tomaten, zachte witte mozerella, frisse groene basilicumblaadjes een snufje zout en een heerlijke olijfolie. Basilicum is een kruid dat in je kruidentuin niet mag ontbreken. Hoewel niet alle Basilicum het even goed doen in de volle grond. Je hebt veel verschillende soorten Basilicum en de ene soort is wat meer geschikt voor buiten in de tuin dan de andere. In potten met luchtige aarde doet Basilicum het goed en je kunt deze ook makkelijk op plekken verplaatsen waar veel zon is want daar houdt ze van. De wat robustere soorten zoals Spice globe en Ararat kunnen beter tegen een plekje in de kruidentuin dan de "gewone" Basilicum Genovese. Voor diegene die dol zijn op Basilicum en verschillende soorten willen uitproberen zouden eens kunnen kijken op de website https://www.mooiemoestuin.nl/kruiden/basilicum/. Hier vind je allerlei informatie over het telen van dit verrukkelijke plantje.
Net als veel andere aromatische keukenkruiden, is Basilicum lid van de familie van de Lipbloemige (Lamiaceae). Het zijn vooral de etherische oliën die de smaak en de geneeskrachtige werking bepalen. De etherische olie van Ocimum basilicum bestaat voor een belangrijk deel uit Linalool (40- 55%), Estragol, Eugenol en Methylchavicol. Van Estragol en Eugenol wordt vermeld dat deze stoffen in hoge doseringen als kankerverwekkend gelden. Daarnaast zijn er nog veel andere inhoudsstoffen in de olie aanwezig zoals monoterpenen, sesquiterpenen, monoterpenolen, esters, oxiden en Ketonen. Hoewel deze in kleinere hoeveelheden voorkomen zijn ze wel mede bepalend voor de specifieke werking van de olie. Naast de etherische olie vinden we in de blaadjes ook looistoffen, flavonoide, linolzuur, vitamine K, en mineralen waaronder ijzer, mangaan en koper.
Binnen de volksgeneeskunde wordt Basilicum gebruikt als een middel tegen allerlei spijsverteringsklachten zoals maag- en darmkrampen, opgeblazen gevoel, misselijkheid en overgeven. Uiterlijk werd het kruid gebruikt bij insecten en schorpioenbeten en om insecten als muggen en vliegen op afstand te houden. Bij psychische klachten als slaapstoringen, angsttoestanden en nervositeit kan Basilicum rustgevend werken. Basilicum is echter niet het eerste kruid waar aan gedacht wordt bij dergelijke klachten. Hiervoor staan andere kruiden als Citroenmelisse, lavendel, Valeriaan of Passiebloem in hoger aanzien.
Omdat het geneeskrachtige effect van Basilicum lager is dan dat van veel andere heilzame kruiden, heeft het door de tijd heen zijn farmaceutisch belang voor een groot deel verloren. Tegenwoordig worden preparaten gemaakt van Basilicumkruid nog wel gebruikt bij spijverteringsklachten als een opgeblazen gevoel en winderigheid. Ook zijn er extracten van de wortels van Basilicum te koop. Deze worden vooral ingezet in de haarverzorging vanwege het kalmerende effect op de hoofdhuid en om het haar te versterken. Ook wordt bij sommige producten aangeven dat het haaruitval tegen kan gaan.
Binnen de aromatherapie neemt Basilicum wel een rol van betekenis in. De etherische olie van Ocimum badsilicum L, Chemotyp Linalool, werkt volgens Zimmermann o.a. ontstekingsremmend, antiviraal, ontkrampend, pijnstillend, bloeddrukverlagend en zenuwstelsel regulerend. De etherische olie kan worden ingezet bij Gastritis, droog eczeem, Insectenbeten, Hoge bloeddruk, Angst, nerveusheid, slaapstoringen, stress gereguleerde symptomen, migraine en hoofdpijn en bij de hik. Ga echter niet zelf met etherische oliën experimenteren maar laat je goed informeren door een aromatherapeut.
Tomaten-Basilicum-salade (2 pers.)
- 5-6 rijpe tomaten
- 1 pakje mozzarella
- 8 grote blaadjes Basilicum
- zout
- goede olijfolie
Snijd de tomaten in grove stukken. Trek de mozzarella in kleine stukken. Snij de basilicumblaadjes in fijne reepjes. Doe alles in een schaal, giet er rijkelijk olijfolie over en meng het goed door. Maak de salade op smaak met zout en serveer het met schijven ciabatta-brood. Dit brood kun je gebruiken om mee te dippen in de heerlijke dressing die onder in de schaal zit.
- Aromatherapie. Praxishandbuch für Pflege-, Kosmetik-, und Gesundheitsberufe. Shirley Price, Len Price. Huber, 2009
- Aromatherapie für Pflege- und Heilberufe; Kursbuch für Ausbildung und Praxis. Eliane Zimmermann. Haug, 2011
- https://www.mooiemoestuin.nl/kruiden/basilicum/
Bieslook (Allium schoenoprasum)
Eén van de eerste planten die in het voorjaar in de groentetuin de kopjes uit de aarde steken is Bieslook. De naam Bieslook verwijst naar de gelijkenis die de sprietjes hebben met biezen en look geeft aan in welke familie deze plant thuishoort namelijk de Lookfamilie (Alliaceae). Andere planten uit deze familie zijn onder meer ui, prei en knoflook. De naam Allium schoenoprasum is samengesteld uit de Griekse woorden "schoinos" (biezen) en "prason" (prei).
Bieslook is een vaste plant en winterhard dus je hoeft hem niet ieder jaar opnieuw te planten. Dit plantje houdt van ietwat vochtige, humusrijke, losse grond en een zonnig tot half-schaduwachtig plekje. Heb je geen tuin dan kun je Bieslook ook in potten kweken. Als je e geluk hebt kun je Bieslook ook in het wild aantreffen (https://www.floravannederland.nl/planten/bieslook).
Bieslook heeft holle stengels. In mei groeien er ook hardere stengels uit de plant waaruit bolvormige, meestal roze-paarse bloemen aan komen. De harde stengels zijn niet te eten maar de bloemetjes kun je wel als decoratie over gerechten gebruiken. Na de bloei overheersen de holle stengels weer. Ze kunnen worden geplukt van de lente tot de herfst. Bieslook kan worden vermeerderd door de plant te delen. De beste manier om dit te doen is in het voor- of najaar de kluiten voorzichtig uit elkaar te trekken en opnieuw te planten.
Bieslook is een populair keukenkruid en mag niet ontbreken in je kruidentuin. Met zijn milde, ui-achtige smaak verfijnt het veel gerechten als salades, soepen of sauzen. Je gebruikt Bieslook het beste vers. Bij verwarming gaan veel waardevolle stoffen verloren. Eventueel kun je de fijngesneden bieslook ook invriezen maar ook dan gaat de smaak evenals de inhoudsstoffen wel wat verloren.
Bieslook wordt niet gezien als een belangrijke geneeskrachtige plant maar dit betekent niet dat het geen waardevolle betekenis heeft voor onze gezondheid. Laten we eens kijken wat dit sprieterige plantje allemaal voor inhoudsstofjes bevat.
Inhoudsstoffen
- Bieslook is rijk aan vitamine C, een belangrijke anti-oxidant en onder andere goed voor het immuunsysteem.
- verschillende vitamines B
- Vitamine E: dit mineraal heeft een celbeschermende werking en heeft onder meer een positief effect op huidveroudering.
- Vitamine K: goed voor het hart, de bloedstolling en weefsel- en botstofwisseling.
- Mineralen waaronder kalium, calcium, fosfor, magnesium en ijzer
- Chlorofyl
- Alliine: een zwavelhoudende verbinding
Een stof die de moeite waard is om te benadrukken vanwege zijn hoge gezondheidswaarde, is het zwavelhoudende aminozuur Alliine. Dit stofje is kenmerkend voor de Lookfamilie en in hogere concentraties aanwezig in knoflook. Alliine dat in de cellen van de plant aanwezig is, wordt omgezet in Allicine wanneer de celwanden beschadigd raken (bijvoorbeeld bij het fijnsnijden). Deze zwavelverbinding ruikt niet alleen intensief en geeft knoflook en bieslook zijn pittige smaak, maar is ook nog eens heel gezond. Allicine heeft een licht bloedverdunnend en bloeddrukverlagend effect, wat beschermt tegen trombose, hart- en vaatziekten en beroertes. Ook wordt vermeld dat Allicine een antibacteriële en schimmelwerende (schimmeldodende) werking heeft en een positief effect heeft op het LDL-cholesterolgehalte.
Zwavel is van bijzonder belang voor veel functies in het lichaam: het zit in aminozuren waaruit lichaamseigen eiwitten worden aangemaakt. Zwavelhoudende aminozuren zijn belangrijk voor gezonde pezen, botten, kraakbeen en spieren en een centraal bestanddeel van bindweefsel. Ze draagt bij aan de gezondheid van de huid, haar en nagels. Bovendien spelen de zouten van zwavelzuren (sulfaten) een rol bij ontgifting in de lever. Schadelijke stoffen zoals alcohol worden eraan gebonden en uitgescheiden in de urine.
Naast de vele vitaminen, mineralen en de zwavelverbindingen en andere secundaire stoffen is het ook goed om het chlorofyl te benoemen. Chlorofyl is een uiterst heilzame plantaardige stof met antioxidatieve, ontstekingsremmende, ontgiftende en darmflora-regulerende eigenschappen.
Gebruik binnen de volksgeneeskunde
Van Bieslook wordt vermeld dat het bloedzuiverend, diuretisch, ontstekingsremmend en anti-oxidatief werkt en het risico op hoge bloeddruk en kanker kan verminderen. In de volksgeneeskunde werd bieslook ingezet bij:
- Anorexia
- Bevordering van de spijsvertering
- Darm- en maagaandoeningen (bijv. winderigheid)
- Lethargie in de lente
Bieslook is geen grote medicijnplant maar in het voorjaar, wanneer ze zich als één van de eerste kruiden in de tuin van haar groene kant laat zien, kun je gebruiken maken van haar unieke gaven. De Oostenrijkse kruidenpriester Weidinger schreef in 1988 in zijn boek dat Bieslook een waardevol heilmiddel is tegen allerlei symptomen als gevolg van een gebrek aan voedingsstoffen. Vanwege zijn hoge ijzergehalte voorkomt Bieslook bloedarmoede en het hoge vitamine C gehalte zorgt ervoor dat het immuunsysteem in het voorjaar gesterkt wordt.
Een voorwaarde is wel dat je Bieslook vers gebruikt. Het smaakt heerlijk op een sneetje brood met kaas of smeerkaas, in salades, in mayonaise-yoghurt-dips, bij aardappels uit de schil met creme Crème fraîche en spekjes. Het lievelingseten van mijn vader in het voorjaar zijn kruimig gekookte aardappels met uitgebakken spek, sla, karnemelksaus en heel veel bieslook. De aardappels worden geprakt, daarover gaat een grote lepel karnemelksaus en een grote hand vol bieslook. Verse sla en speklapjes erbij en je hebt een heerlijke, simpele Oud-Hollandse maaltijd.
- Mit dem Kräuterpfarrer durchs ganze Jahr. Hermann Josef Weidinger. Niederöseterreichisches Pressehaus, St. Pölten , 1988
- https://www.gesundheit.de/ernaehrung/lebensmittel/gewuerze/schnittlauch-id215245/
- https://www.gesundheit.de/ernaehrung/naehrstoffe/mineralstoffe/schwefel-id213359/
- https://www.zentrum-der-gesundheit.de/ernaehrung/lebensmittel/kraeuter/schnittlauch
Bonenkruid (Satureja montana)
Het Bergbonenkruid heeft wel iets weg van Tijm. Beide struikachtige plantjes behoren tot de familie van de lipbloemige en zijn ook in de winter groen. Qua uiterlijk en qua smaak lijken ze op elkaar. De blaadjes van het Bergbonenkruid zijn echter wat meer lancetvormig dan de wat rondere tijmblaadjes. De smaak is vooral afkomstig van de etherische olie die in beide kruiden in hoge mate aanwezig is. Deze bevat een aantal overeenkomstige bestanddelen zoals, bepaalde monoterpenen, sesquiterpenen, monoterpenolen en fenolen waaronder thymol en carvacrol. Bonenkruid bevat daarnaast o.a. ook kleine hoeveelheden bitterstoffen, vitamine C en looistoffen (4-8%)
De naam Satureja montana is mogelijk afkomstig uit het oostelijke Middellandse Zeegebied waar de naam wordt gebruikt om verschillende aromatische planten aan te duiden. Montana betekent "berg" en verwijst naar de plek waar het plantje graag groeit.
In het wild komt ze voor in het Middellandse Zeegebied en de Balkan op droge, rotsachtige hellingen en lichte, kalkrijke bodem. Het plantje kan goed tegen droogte en een mager gehalte aan voedingsstoffen. Als je het kruid in de tuin wilt planten, kies dan een warme en tegen de wind beschutte plek in de zon.
In de 9e eeuw na Christus brachten benedictijner monniken Bonenkruid uit het oostelijke Middellandse Zeegebied en uit het voormalige Perzië naar Europa en verbouwden het in kloostertuinen. Net als veel andere kruiden is het Bergbonenkruid op deze manier ook langzaam bekend geworden in de noordelijkere delen van Europa. Hildegard von Bingen maakte gebruik van de heilzame eigenschappen en zette het kruid in bij bij jicht, reuma en trillende handen. In de de Middeleeuwen werd het vooral als thee of bereid met honingwater ingezet bij spijsverteringsproblemen, verlies van eetlust, hoofdpijn en slaapproblemen. Het had ook de reputatie de seksuele aantrekkingskracht en de potentie te vergroten. Door het gewone volk werd het kruid als pepervervanger gebruikt en was het bekend onder de naam "peperkruid".
Net als veel andere keukenkruiden werkt Bonenkruid bevorderend op de spijsvertering en kan het helpen bij een opgeblazen gevoel, winderigheid en buikkrampen. In de volksgeneeskunde wordt het kruid, net als Tijm, ook gebruikt bij verkoudheid. Binnen de aromatherapie zijn de belangrijkste toepassingsgebieden voor de etherische olie van Bergbonenkruid:
- Candida albens
- Chronische infecties
- Bij beginnende verkoudheid
- Bronchitis, husten, tonsillitis
- Wormen
- Vermoeidheid, opgebrand zijn en depressie
- Lage bloeddruk
- Ter verbetering van het geheugen
- Bij impotentie
Vanwege het hoge gehalte aan carvacrol kan de etherische olie worden ingezet bij talrijke bacteriële infecties maar ook tegen virussen, schimmels (candida) en parasieten. Het hoge phenolgehalte (carvacrol) maakt dat de etherische olie niet geschikt is voor kleine kinderen en zwangere vrouwen, mensen met een hoge bloeddruk en mensen met epilepsie. Ga niet zelf met etherische oliën experimenteren maar laat je goed informeren door een aromatherapeut.
Het hydrolaat van Bergbonenkruid kun je gebruiken als mondwater om verkoudheid te voorkomen. Een andere toepassing van het hydrolaat is diarree. Inname ´s morgens van 1 theelepel innemen kan helpen bij diarree.
Zoals de naam al doet vermoeden wordt het Bonenkruid in de keuken graag toegevoegd aan bonen. Vooral bij sperziebonen en snijbonen past het heerlijk. Maar je kunt het ook goed in andere gerechten combineren zoals vleesgerechten, stoofschotels, kruidenazijn of Zuid-Europese gerechten. Hieronder twee receptjes voor de lunch waarin Bonenkruid is verwerkt. Serveer de kruidendip met een lekker broodje.
Bonenkruid-dip
- 125 g Crème fraîche of kwark
- 50 pompoenpitten, geroosterd
- 50 ml pompoenpitolie
- 2 sjalotten, fijn gesnipperd
- 1 teentje knoflook, geperst
- 1 bio citroen, sap en rasp van de schil
- 10 g vers bonenkruid
- 1 hand vol tuinkers
- 1 snufje zout
- 1 snufje peper uit de molen
Vuurbonen salade met feta en pompoenpitolie
- 1 blik gekookte vuurbonen
- 1 pakje feta, in blokjes
- 1 rode ui in dunne ringen
- bonenkruid
- pompoenpitolie
- appelazijn
- snufje zout
- Hydrolate, sanfte Heilkräfte aus Pflanzenwasser. Ingrid Kleindienst-John. Freya, 2020
- Aromatherapie für Pflege- und Heilberufe; Kursbuch für Ausbildung und Praxis. Eliane Zimmermann. Haug, 2011
- https://www.adeg.at/land-aufs-herz/kueche-genuss/kraeuter-und-gewuerze/heilende-kraft-der-pflanzen/bohnenkraut
Citroenmelisse (Melissa officinalis)
De naam "Melissa" komt uit het Grieks en betekent "honingbij". Haar heerlijke citroenachtige geur lokt wilde bijen en honingbijen aan die in haar lipbloemen een lekkere bron van voedsel vinden. "Officinalis" laat zien dat ze vroeger als medicijnplant in de apotheek verkrijgbaar was. Het is dan ook meer een medicijnplant dan een keukenkruid hoewel je Citroenmelisse natuurlijk ook in gerechten, limonades, een kruidenazijn of likeuren kunt verwerken.
Bij het drogen verliezen Melisseblaadjes veel van hun etherische olie waardoor de geneeskrachtige werking minder wordt. Daarom heeft het de voorkeur om Citroenmelisse vers te gebruiken als je er een thee van wilt trekken. Er zijn bij normaal gebruik van Citroenmelisse geen bijwerkingen te verwachten.
Eventueel kunnen de blaadjes houdbaar gemaakt worden door ze in te vriezen. Leg de blaadjes los naast elkaar op een stuk karton of bord en zet ze voor een half uur in de vriezer. Daarna kun je de blaadjes in een doosje doen. Zo plakken ze niet aan elkaar. Ook kun je Citroenmelisse houdbaar maken en haar inhoudsstoffen medicinaal benutten door het bereiden van een tinctuur of een glyceriet. Voor het maken hiervan verwijs ik je graag naar de pagina "extractiemethoden" onder respectievelijk de kopjes "extraheren met alcohol" en "extraheren met glycerine". Ook kun je teruggrijpen op Melisse-preparaten uit de winkel zoals dragees of tabletten.
Citroenmelisse is een kruid dat het bij ons in de tuin goed doet. Staat ze op een goede plek dan vermeerderd ze zich zelf makkelijk via uitlopers. Ze houd van een zonnige tot half-zonnige plek maar niet van een te droge grond. De grond is het beste los, humus- en kalkrijk. Het beste oogst je de blaadjes als ze fris en groen zijn, direct voordat de bloei ergens in juni begint. Op dat moment is de concentratie etherische olie het hoogst. Deze olie geeft de geur en heerlijke smaak aan dit geliefde kruid.
De etherische olie van Melissa officinalis Chemotyp Citronellal bestaat voornamelijk uit zowel sesquiterpenen als monoterpeenaldehyden (citronellal, geranial, neral). Naast de etherische olie bevat Melisse ook fenolcarbonzuren (rozemarijnzuur, chlorogeenzuur, cafeïnezuur, p-coumarinezuur en ferulazuur) die een belangrijke bijdrage leveren aan haar medicinale waarde. Verder komen onder meer bitterstoffen, hars, slijmstoffen, glycosiden, saponinen en vitamine C voor. Rozemarijnzuur, een natuurlijke polyfenol-antioxidant die naast Melisse ook voorkomt in o.a. rozemarijn, salie, pepermunt is niet alleen een goede antioxidant, maar heeft ook antivirale, ontstekingsremmende, antibiotische en kankerbestrijdende eigenschappen.
Citroenmelisse is een traditioneel kruidengeneesmiddel dat gebruikt wordt om milde stresssymptomen te verbeteren. Het kan worden ingezet bij inslaapstoringen die bijvoorbeeld zijn verbonden met angst en hartkloppingen of nerveuze onrust. Citroenmelisse is een mild rustgevend middel dat graag wordt gebruikt bij kinderen die niet goed kunnen inslapen in combinatie met angsten en buikpijn. Ook bij oververmoeidheid, nerveuze prikkelbaarheid, nerveuze hartklachten en maag- en darmproblemen wordt Melisse van oudsher gebruikt. Melisse verminderd kramp- en winderigheid in het spijsverteringskanaal. Daarnaast kan aan Melisse worden gedacht als ontspanningsmiddel bij hoofdpijn en tijdens de menopauze. Binnen de aromatherapie wordt de etherische olie van Melisse aanbevolen bij Herpes vanwege de antivirale werking. Zo kun je zelf een lippenstift maken en daar enkele druppeltjes etherische Melisse-olie in verwerken.
Volgens Bäumler werd Melisse in de volksgeneeskunde bij zenuwlijden, migraine, hoofdpijn, hysterie, tand- en oorpijn ingezet. In de vorm van omslagen werd ze gebruikt bij reuma en neuralgie (zenuwpijn). Als huismiddel om weer op krachten te komen na een verkoudheid of andere infectieziektes stond bij veel mensen Melissegeest in het medicijnkastje. Wellicht vind je het leuk om het zelf eens uit te proberen. Hiervoor het recept:
Recepten Melissegeest l en ll
- 250 g verse melisseblaadjes
- 1 bio citroen: geraspte schil en het sap
- 5- 10 hele kruidnagels
- 1 kaneelstokje
- 1 vanille peul, binnenste merg
- 1 liter wodka of jenever
of
- 250 g verse Melisse blaadjes
- 1 bio citroen: alleen de geraspte schil
- 5- 10 hele kruidnagels
- 1 kaneelstokje
- 1 theelepel geraspte Engelwortel
- 1 liter wodka of jenever
Doe alle ingrediënten van recept l of recept ll in een fles. Schud alles goed door elkaar en laat het vervolgens 3 tot 4 weken trekken. Zeef daarna de kruiden eruit en klaar is je Melissegeest. Je kunt een scheut ervan aan je thee toevoegen of zo een klein borrelglaasje drinken. Gezoet met een lepel honing smaakt het nog lekkerder. Je kunt er ook meteen een likeur van maken.
Hiervoor neem je 1,5 kg suiker en 1 liter water. Doe beide ingrediënten in een pan en breng het water onder roeren aan de kook. Als de suiker is opgelost laat je de siroop nog 5 minuten zachtjes doorkoken. Na het afkoelen kun je de siroop aan je Meslissegeest toevoegen. Laat je Melisselikeur nog een paar weken trekken. Hoe langer deze staat hoe lekkerder hij wordt.

- Heilpflanzen praxis Heute. Porträts - Rezepturen - Anwendung. Siegfried Bäumler. Urban & Fischer, 2007.
- Kräuter-Rezeptbuch. Hausmittel & Salben, Säfte & Marmeladen, Kräuterwein, Liköre, Essig & Öl. Siegrid Hirsch. Freya, 2012.
- Aromatherapie für Pflege- und Heilberufe; Kursbuch für Ausbildung und Praxis. Eliane Zimmermann. Haug, 2011
Citroenverbena (Verbena citrodora, Aloysia triphylla, Aloysia citrodora)
Citroenverbena dankt haar naam aan de frisse citroengeur. Ze behoort tot de Verbena familie en is dus direct verwant aan IJzerhard (Verbena officinalis). Sommige kennen haar wellicht onder de naam "geurig IJzerhard" andere als "Verveine". De thee van Citroenverbena wordt immers vaak verkocht onder de Franse naam "Verveine". Ook haar Latijnse naam is niet eenduidig. Zoals je hierboven kunt zien zijn er verschillende in omloop.
Citroenverbena komt oorspronkelijk uit Zuid-Amerika. Ze houdt van een warm klimaat en overleeft de koude winters in noord Europa buiten meestal niet. Je kunt het plantje in de winter daarom maar beter naar binnen halen. Op een donkere plaats verliest ze al zijn bladeren maar het volgende jaar loopt de plant weer uit wanneer je hem in het licht zet. Wil je ook in de winter kunnen blijven oogsten dan zet je de plant het beste op een lichte, warme plaats tussen 10 en 16 °C. Na de zomer is het goed om de plant terug te snoeien. De scheuten die je hierbij kunt verzamelen kun je niet alleen drogen maar ook gebruiken voor vermeerdering. Ze moeten daarvoor ongeveer 15 cm lang zijn en groeien het beste bij temperaturen tussen 18 en 25 °C.
De bladeren van Citroenverbena zijn langwerpig, ovaal. Als je goed kijkt, zie je er kleine puntjes op, zogenaamde olieklieren. Ze produceren een etherische olie dat verantwoordelijk is voor de intense geur die vrijkomt als je de bladeren tussen je vingers wrijft. Kort na het begin van de bloei tussen juni en juli bevat Citroenverbena de meeste hoeveelheid etherische olie. Pluk de blaadjes het beste ´s ochtends nadat de dauw weg is. Wil je ze drogen, spreid de blaadjes dan op een warme, donkere en luchtige plaats naast elkaar uit. Na ongeveer een week zijn ze droog. In het donker en luchtdicht verpakt, kunnen de blaadjes hun aroma voor langere tijd behouden.
De gedroogde bladeren geven hun smaak af wanneer ze worden verkruimeld en geven voedsel een citroenachtig aroma. Verse bladeren kun je niet alleen als thee gebruiken maar ook om iets extra´s mee te geven aan desserts, dips of andere gerechten.
In Zuid-Amerika wordt Citroenverbena van oudsher gebruikt als medicinale plant, vooral bij spijsverteringsproblemen, zenuwproblemen of psychische problemen. Bij ons heeft dit struikachtige plantje van oudsher binnen de volksgeneeskunde geen grote medicinale betekenis gehad. Het wordt beschreven als pijnstillend, krampstillend, ontstekingsremmend en spijsverteringsbevorderend. Citroenverbena heeft een licht kalmerend effect bij nervositeit en slapeloosheid.
Het kruid bevat onder andere flavonoïden en antioxidanten maar de grootste medicinale werking gaat uit van de etherische oliën. Een aanzienlijk percentage van deze olie bestaat uit aldehyden. Deze stofjes hebben een kalmerend effect op stress en beuren de stemming op. De Citroenverbena staat dan ook het meest bekend om zijn geneeskrachtige eigenschappen bij nervositeit en slapeloosheid. Het is een rustgevend kruid. Ook Eliane Zimmermann vermeld in haar boek "Aromatherapie für Pflege- und Heilberufe" dat van de etherische olie een sterk dempend en rustgevende effect uitgaat. Daarnaast werkt de olie ontstekingsremmend, stimulerend op de spijsverteringsorganen, concentratiebevorderend en weeën-bevorderend en kan worden ingezet bij:
- Angsten
- Vermoeidheid
- Slaapstoringen
- Nerveuze depressie
- Ontsteking van de dunne- en dikke darm, Morbus Crohn
- Diabetes
- Tachycardie, ontsteking van de hartkransaders
- Hoge bloeddruk
- Astma (preventief)
- Reuma
- Concentratiestoringen
- Bevalling opwekkend
Ook vermeld ze dat afhankelijk van de oorsprong en samenstelling, de olie mogelijk foto-sensibiliserend kan werken en geoxideerde olie huidirritatie kan veroorzaken. Sommige aromatherapeuten staan daarom afwijzend tegenover het gebruik van deze etherische olie. Tijdens de zwangerschap wordt etherische Citroenverbene-olie afgeraden. Ga nooit zelf met etherische oliën experimenteren maar laat je goed informeren door een aromatherapeut.
Omdat het plantje slechts zeer lage concentraties etherische olie bevat en deze daardoor vrij kostbaar is, tref je de olie niet vaak aan op de markt. Ook het hydrolaat dat middels destillatie wordt verkregen is bijzonder. Ze is vooral interessant voor de huid- en haarverzorging. Hoewel het hydrolaat van Citroenverbena slechts minimale sporen etherische olie bevat, is het een waardevol extract dat kan worden geïntegreerd in huid- of haarverzorgingsproducten. De aldehyden "neral" en "geranial", twee componenten van de etherische olie, bezitten naast hun karakteristieke citroengeur ook ontstekingsremmende en antioxiderende eigenschappen. Het hydrolaat ondersteunt daarmee de beschermende functie van de hoornlaag. Van het hydrolaat van Citroenverbena wordt vermeld dat het de huid kalmeert en roodheid vermindert.
Verveine is erg populair in Frankrijk. Wil je de rustgevende eigenschappen van Citroenverbena zelf eens uitproberen maak er dan een avondthee van. Je kunt de thee in de zomer ook koud drinken als verfrissende ice-thee. Hieronder twee receptjes. Het eerste is opwekkend, het tweede rustgevend.
Recept l:
- 1 liter gekookt water
- 10 takjes verse Citroenverbena of 2 handjes gedroogde blaadjes
- 1 zakje groene (citroen) thee
- 2 bio-citroenen
- 2 flinke eetlepels honing
- veel ijsklontjes
Doe de Citrioenverbena in een theepot en giet hierover het gekookte water. Hang er na een paar minuten een zakje groene thee bij in. Verwijder het theezakje na een minuut of tien. Rasp in de tussentijd de schil van de citroen er voorzichtig vanaf (het witte vruchtvlees neem je niet mee). Voeg de zeste (gerapste schil van de citroen) toe aan de thee. Roer het goed door en laat de thee nog een minuut of 10 trekken. Daarna zeef je de zeste eruit en voeg je de sap van de uitgeperste citroenen en de honing aan de thee toe. Roer alles goed door en giet daarna de thee in een mooie karaf. Zet hem in de koelkast en wanneer de thee helemaal koud is serveer je deze met veel ijsklontjes. Wil je echter gebruik maken van de rustgevende eigenschappen van de Verveine dan laat je de opwekkende groene thee achterwege of je maakt het volgende drankje:
Recept ll
- enkele takjes Citroenverbena
- 2 grapefruits
- 2 sinaasappels
- 2 limoenen
- ijsblokjes
- 1 liter gekookt water
Giet het gekookt water over de Citroenverbena en laat de thee ongeveer 7 minuten trekken. Haal de takjes eruit, laat de thee afkoelen en zet hem daarna in de koelkast. Wanneer de thee lekker koud is, voeg je het sap van 1 grapefruit, 1 sinaasappel en 1 limoen toe. De andere vruchten snijd je in dunne schijfjes. Doe de ijsblokjes en enkele schijfjes van het fruit in de glazen, giet er de thee over en geniet in rust van je ice-thee-momentje :))
- Aromatherapie für Pflege- und Heilberufe; Kursbuch für Ausbildung und Praxis. Eliane Zimmermann. Haug, 2011
- https://de.typology.com/magazin/welche-wirkstoffe-sind-im-zitronenverbene-hydrolat-enthalten
Dille (Anethum graveolens)
Dille, met haar zachte, fijn gevederde, blaadjes en heerlijke geur was al bij de Egyptenaren een geliefd keukenkruid. Oorspronkelijk komt deze plant uit het Midden-Oosten en India. In landen rond de middellandse zee vind je haar soms verwilderd langs de weg. Bij ons groeit ze alleen in de tuin. Hoewel het aanplanten van Dille niet altijd even goed lukt. Bij mij blijven de plantjes vaak klein en sprieterig. Wil je zelf Dille in je tuin gaan aanplanten kijk dan eens op de Website: www.mooiemoestuin.nl/kruiden. Hier vind je allerlei tips voor het beste plekje en de juiste verzorging. Ik ga het dit jaar ook weer opnieuw proberen. De grootste kans op succes lijkt een vochtige maar niet te natte, doorlatende grond op een zonnige tot half-zonnige plek.
De naam "Anethum graveolens" is samengesteld uit het Griekse woord "Anethum" waar ook de Anijs vanaf is geleid en "Graveolens" dat "sterk ruikend" of "verleidelijk ruikend" betekent. De betekenis van Anethum heb ik niet kunnen vinden maar wel die van het woord Dille.
Deze naam is afkomstig van het Oudnoorse woord "dylla", wat "kalmeren" of "sussen" betekent en heeft betrekking op de rustgevende eigenschappen van het kruid op de spijsvertering.
Ook wordt "Dolde" als mogelijke afkomst van het woord "Dille" genoemd. In het Duits betekent Doldenblütler "schermbloemige". Aan haar mooie gele schermbloemen herken je direct dat Anethum graveolens tot deze familie behoort, net als o.a. Venkel, Peterselie, Selderij, Pastinaak, Wortel, Karwij, Anijs, Koriander en Lavas. Deze planten zet je van vanwege het risico op kruisbestuiving beter niet direct in de buurt van de Dille. Dille is eenjarig wat betekent dat je haar in het voorjaar zaait en de planten na de zaadvorming (zo rond augustus) afsterven. Je kunt de dillezaadjes verzamelen voor het volgende jaar maar de plant kan zich ook zelf uitzaaien. Door kruisbestuiving met andere schermbloemige kan de lekkere dillesmaak echter verdwijnen. Ook als je de blaadjes droogt verandert de smaak. Wil je Dille houdbaar maken voor culinair gebruik, kun je ze beter invriezen. Verwijder de dikke stengels, doe ze in een plastic zakje en druk de stengeltjes in bevroren toestand fijn. zo kun je ook in de winter genieten van je "verse" Dille.
Als geneeskrachtig kruid speelt Dille binnen de volksgeneeskunde geen hele grote rol. Wel bevat de plant etherische olie die enigszins kalmerend werken bij spijsverteringsproblemen als winderigheid of krampen. Gebruikt in een zitbad zou de plant kunnen helpen bij menstruatiekrampen. De etherische olie bevindt zich zowel in de groene blaadjes als in de rijpe zaden. De olie van de zaden is van een iets andere samenstelling en bevat meer Carvon. Carvon kan in hogere concentraties schadelijk zijn voor de gezondheid en allergische reacties veroorzaken. Eliane Zimmermann vermeld in haar boek dat de etherische olie van Dille een zeer zachte olie is mits deze is gedestilleerd uit de gehele plant en niet alleen uit de zaadjes. De olie kan worden ingezet bij bronchitis, darmkolieken, leverinsufficiëntie en de hik en heeft de volgende eigenschappen:
- bevordert slijmafscheiding in de longen
- ondersteunt de galvorming en -afgifte
- vermindert winderigheid
- bloedverdunnend
- urinedrijvend
Ga nooit zelf met etherische oliën experimenteren maar laat je goed informeren door een aromatherapeut.
Dille heeft een frisse, kruidige en eigen smaak en wordt graag gebruikt in de keuken. Het past heel goed in gerechten met vis, komkommer, verse roomkaas, in salades, sauzen en marinades. Je kunt van dille het blad maar ook de bloemen eten. Daarnaast worden de bloemschermen en zaden gebruikt in kruidenazijn, fermentaties en marinades. Bekend is het gebruik van Dille ook bij de inmaak van zoetzure augurken en komkommers. Ben je op zoek naar inspiratie voor een kruidenazijn, kijk dan eens op de pagina "bereiding & toepassing" onder het kopje "Kruidenazijn".
Spinazie-rol
Ik wil jullie het recept voor mijn Griekse spinazie-rol niet onthouden:
- 1 flinke bos dille
- 1 pakje feta
- 500 gr verse spinazie (of een deel wilde kruiden als Brandnetel, Smalle Weegbree, Duizendblad, etc.)
- 1 grote ui
- olijfolie
- gesmolten boter
- filodeeg (altenatief gewoon bladerdeeg)
Snipper een ui fijn en bak deze in olijfolie goudbruin. Heb je wilde kruiden verzameld, was deze dan en snijd ze fijn in stukjes van ongeveer 1 cm. Voeg ze toe aan je ui en bak de kruiden tot ze zacht zijn. Eventueel voeg je er iets water aan toe zodat de kruiden niet aanbakken. Was de spinazie en doe deze in een pan met een klein laagje water. Kook de spinazie tot de blaadjes helemaal zijn ingevallen en giet het water weg. Rasp de feta en snijd de Dille fijn. Druk de spinazie uit zodat het meeste vocht weg is. Heb je wat grovere spinazie kun je de blaadjes eerst nog iets fijner snijden, bij babyspinazie is dit niet nodig. Roer alle ingrediënten (m.u.v. het filodeeg) goed door elkaar tot een smeuïg geheel.
Leg 1 vel filodeeg op een theedoek en smeer het aan de bovenzijde in met gesmolten boter. Het volgende vel Filodeeg leg je hier bovenop. Leg de helft van de spinaziemassa op het onderste deel van het filodeeg en blijf daarbij 2-3 cm uit de rand. Je klapt de zijranden en de onderste rand naar binnen. Vervolgens maak je er zo goed als het gaat een dikke rol van. Rol hiervoor de theedoek naar boven of klap het bovenste deel van het filodeeg over het onderste deel. Ditzelfde doe je nog een keer. Leg de twee rollen op een ingevet of met bakpapier uitgelegd bakblik en smeer de bovenkant van het deeg in met gesmolten boter. Zet het bakblik vervolgens in een op 180 graden voorverwarmde oven. Je spinazie-rollen zijn klaar wanneer het filodeeg bruin-knapperig is. Ik vond op internet nog een filmpje over het gebruik van filodeeg: https://www.ah.nl/allerhande/video/R-V1324716/filodeeg-gebruiken.
Bon Appetit!
- Aromatherapie für Pflege- und Heilberufe; Kursbuch für Ausbildung und Praxis. Eliane Zimmermann. Haug, 2011
Dragon of Estragon (Artemisia dracunculus)
Dit is een kruid waar ik tot nu toe weinig affiniteit mee heb omdat ik het vrijwel nooit in de keuken gebruik. Maar afgelopen week heb ik een plantje gekocht en een oud recept van een heerlijke vissaus opgezocht waarin Dragon verwerkt is. Deze saus smaakt zeer exquisit bij witte vis en staat verderop beschreven. Nu hopen dat mijn Estragon het goed gaat doen in mijn tuin zodat ik haar vaker kan gebruiken. Dit keukenkruid is sowieso een beetje in vergetelheid geraakt. Het werd vroeger vaker gebruikt bij het inmaken van groente als augurken en bij de productie van kruidenazijn. Tegenwoordig kom je het nog zelden tegen in recepten.
De plant is vernoemd naar de Griekse godin Artemis, de godin van de jacht, van het bos en beschermster van vrouwen en kinderen. De namen Dragon en ook Estragon zijn afgeleid van haar Latijnse naam Dracunculus wat "kleine draak" betekent. Estragon is net als andere Artemisia soorten zoals Alsem en Bijvoet familie van de Composieten, de samengesteld bloemige. Wanneer je de bloeiwijze bekijkt zie je ook direct dat deze drie planten familie van elkaar zijn. De bloeiende stengels zijn wijdvertakt, enigszins pluimvormig en bevatten vele kleine, onopvallende bloemknopjes. De blaadjes van Estragon zijn in tegenstelling tot de gevederde blaadjes van de Alsem en de Bijvoet lancetvormig. Ook smaakt Estragon niet zo bitter zoals de andere twee.
Dragon is vooral een kruid dat in de keuken als smaakmaker wordt gebruikt. Ze is geen groot geneeskrachtig kruid maar binnen de volksgeneeskunde werd ze vroeger wel ingezet bij spijsverteringsklachten zoals winderigheid, om de galproductie te stimuleren, bij gebrek aan eetlust en maagzwakte en als diureticum bij waterzucht en niertraagheid. Ook werd Dragonolie gebruikt bij reuma en om spierkrampen te verlichten. Wetenschappelijk bewezen zijn deze eigenschappen echter niet. Dragon bezit kleine hoeveelheden bitterstoffen, tanninen, flavonoïden met antioxiderende (celbeschermende) eigenschappen, kleine hoeveelheden vitaminen en mineralen, waaronder vitamine A, vitamine C en sommige B-vitamines, evenals de mineralen calcium en kalium.
Er bestaan twee hoofdtypen:
- Franse dragon (Artemisia dracunculus var. sativa)
- Russische dragon (Artemisia dracunculus var. inodora)
De Franse variëteit wordt voornamelijk gebruikt als specerij in de keuken vanwege zijn intense aroma. De plant bevat tot drie procent etherische olie, waarvan Estragol (60-87%) het grootste aandeel uitmaakt. Estragol wordt echter als kankerverwekkend aangemerkt waardoor de etherische olie binnen de aromatherapie niet overal even graag wordt ingezet. Bij normaal gebruik in de keuken hoeven we hier niet bang voor te zijn want we eten Dragon niet in zulke grote hoeveelheden dat hiervan een schadelijke werking voor de gezondheid te verwachten is. Russische dragon is robuuster, minder aromatisch maar vanwege de beter verdraagbare etherische olie (tot 17% Estragol) geschikter als medicinale plant.
Het is met name de etherische olie die de heilzame waarde van Estragon bepalen. Zimmermann geeft een opsomming van de belangrijkste eigenschappen van de etherische olie:
- sterk spasmolytisch (kramp verminderend, spierontspannend)
- sterk antiviraal (tegen virussen werkzaam)
- antiallergisch
- emmenagog (menstruatie bevorderend)
- karminatief (tegen winderigheid)
Binnen de aromatherapie wordt ze gebruikt bij spasmofilie (ongecontroleerd spierkrampen en spasmen), spastische kolitis (een stoornis in de beweeglijkheid en de gevoeligheid van de dunne en dikke darm gekenmerkt door buikpijn, krampen, opgeblazen gevoel, winderigheid en stoelgang-problemen), de hik en PMS (premenstrueel syndroom). Ingrid Kleindienst-John schrijft dat de olie ook werkzaam is bij hooikoorts en reuma. Ga nooit zelf met etherische oliën experimenteren maar laat je goed informeren door een aromatherapeut.
Daar waar etherische olie wordt geproduceerd ontstaan ook hydrolaten. Zo ook bij het destilleren van Estragon. In de vorm van kompressen werkt het verzachtend op de gestresste huid en ontstekingsremmend. Het Estragon-hydrolaat heeft een positieve invloed op de spijsvertering, het gaat krampen en winderigheid tegen. Je kunt het verdunt in een dressing over de salade of bij de bereiding van mosterd gebruiken. Volgens Eliane Zimmermann kun je als je last hebt van de hik een theelepel van het hydrolaat in je mond laten inwerken en na een tijdje doorslikken.
Het gebruik van een hydrolaat in de keuken is vrij onbekend. meestal gebruiken we verse of gedroogde kruiden. Verse of gedroogde Estragon of Dragon wordt graag als smaakmaker aan speciale gerechten toegevoegd. Vooral in soepen of sausen bij kip- of visgerechten. Ook past het goed in een kruidenazijn. In Oostenrijk is de Estragon-mosterd zeer geliefd. Hij wordt gemaakt uit mosterzaad en Estragon-azijn.
Vissaus
Ik maak zelf af en toe een saus die goed past bij witte vis. Deze klinkt een beetje ingewikkeld omdat je hem au-bain-marie klaar maakt, maar de heerlijke smaak maakt het de moeite waard. De ingrediënten zijn de volgende:
- 1 dl witte wijn
- 1 dl visbouillon
- 150 gram boter
- 3 eierdooiers
- 1/2 eetlepel citroensap
- 1/8 liter slagroom
- 1-2 eetlepels fijn gehakte dragon
- snufje peper en zout
Smelt de boter in een pannetje. Mix de drie eierdooiers au-bain-marie luchtig door en voeg er daarna beetje bij beetje de boter aan toe en blijf het ondertussen goed mixen tot het licht gebonden is. Houd deze saus au-bain-marie warm. Klop de slagroom half stijf en roer het samen met de citroensap, wat peper en zout door de saus. Roer er tenslotte een eetlepel fijn gesneden dragon door. Serveer de saus bij witte vis.
Saus bij kipfilet
Ik kwam op internet een sausje tegen voor bij de kipfilet dat me erg lekker lijkt. De ingrediënten die hier gebruikt worden zijn :
- 1 klontje boter om in te bakken
- 0,5 kleine ui, in dunne halve ringen gesneden
- 1 takje verse dragon, de blaadje van takje gerist (of 1 tl gedroogde dragon)
- 50 ml water
- 75 ml slagroom, ongeslagen
- 1 el Pernod
- 0,5 – 1 el Dijon mosterd
- peper, zout en paprikapoeder naar smaak
Het recept hiervoor vind je op: https://basketdelights.nl/2014/09/29/1944/
- Hydrolate, sanfte Heilkräfte aus Pflanzenwasser. Ingrid Kleindienst-John. Freya, 2020
- Aromatherapie für Pflege- und Heilberufe; Kursbuch für Ausbildung und Praxis. Eliane Zimmermann. Haug, 2011
- Hydrolate. Pflanzenwasser, die vergessene Dimension der Aromatherapie und Aromapflege. Eliane Zimmerman. Thomas Grasl, 2018
Hysop (Hyssopus officinalis)
Hysop is ook een beetje een vergeten kindje in de wereld van de keukenkruiden. Al zou je haar niet veel gebruiken in de keuken dan nog staat ze met haar paarse bloemen prachtig in je kruidentuin. Hysop groeit net als andere mediterrane kruiden het liefst op een zonnig plekje op kalkhoudende, goed doorlatende grond. De Hysop is een struikachtig kruid. Om te voorkomen dat de plant kaal wordt en om zijn compacte groei te behouden, is regelmatig terug snoeien noodzakelijk. De beste tijd hiervoor is de lente. Ook na de bloei (augustus-september) snoei je de plant een stukje terug.
Als je bloemen van de Hysop bekijkt, zie je dat ze familie moet zijn van de lipbloemige (Lamiaceae), net als veel andere aromatische keukenkruiden. Hysop trekt veel insecten aan die afkomen op haar heerlijke geur. De etherische oliën die in het kruid voorkomen geuren niet alleen lekker, ze zorgen ook voor een lekkere smaak en hebben een positieve invloed op de spijsvertering. Vroeger werd de plant ook gebruikt als natuurlijk medicijn bij verkoudheid en hoesten. Ze was een echte medicinale plant wat we kunnen afleiden uit haar tweede Latijnse naam "Officinalis". Alle planten die je vroeger in de werkplaats van de Apotheker kon halen, de "Officina", kregen de naam "Officinalis" mee. De naam Hysop komt uit het Hebreeuws en betekent zoveel als "Heilig kruid". Het werd gebruikt bij rituele reinigingen en ook in de bijbel genoemd (psalm 51 vers 7): "Ontzondig mij met hysop, en ik zal rein zijn; was mij, en ik zal witter zijn dan sneeuw."
Ook de hysop bevat etherische olie en de belangrijkste geneeskrachtige werking gaat uit van de verschillende componenten hiervan. Daarnaast wordt de heilzame werking mede bepaald door de aanwezige flavonoïden, rozemarijnzuur, bitterstoffen en Terpenen. Hysop wordt van oudsher net als Salie gebruikt om te gorgelen bij heesheid, maar ook bij keel- en tandvleesontsteking, om mee te wassen en ook inwendig bij overmatig zweten. Ook bij spijsverteringsproblemen die gepaard gaan met krampen, een vol gevoel of winderigheid werd Hysop toegepast. Het zijn echter vooral de slijmoplossende eigenschappen die verlichting kunnen brengen bij bronchitis en ontsteking van de luchtwegen waarom Hysop zo populair was. Tegenwoordig is de Hysop een beetje op de achtergrond gedrongen door andere medicijnplanten.
Bij verkoudheid met vastzittend slijm kun je aan Hysopthee denken. Het gebruik van Hysop-thee over een langere periode wordt echter niet aanbevolen. In thee-melanges die je over langere tijd gebruikt is de toevoeging van maximaal 5% Hysopkruid toegestaan.
Binnen de aromatherapie heeft Hysop echter een zeer goede reputatie op het gebied van luchtwegklachten als bronchitis en verkoudheid met vastzittend slijm. Wel moet er zorgvuldig met de olie worden omgesprongen. De etherische olie van Hysoppus officinalis bevat als hoofdbestanddelen namelijk de neurotoxische stoffen Pinocamfon en isopinocamfon die spasticiteit, krampen en epileptische aanvallen kunnen veroorzaken, bij overmatig of langdurig gebruik. Shirley en Len Price vermelden in hun boek over de Hyssopus officinalis dat deze naast uiteenlopende luchtwegproblemen ook ingezet kan worden bij parasieten, herpes, gebrek aan eetlust, een trage spijsvertering, zwakke en onregelmatige menstruatie en algehele vermoeidheid. Eliane Zimmermann vermeld in haar boek niet de Hyssopus officinalis maar de Hyssopus decumbens, de kruipende Hysop. Deze bevat de genoemde neurotoxische Monoterpeenketonen in veel mindere mate en is daardoor veiliger in gebruik. Deze etherische olie wordt ook met name gebruikt bij luchtwegproblemen als: bronchitis, sinusitis, (niet allergische) astma en verkoudheid. De etherische olie werkt antiviraal, verlicht ophoesten van slijm, is ontstekingsremmend en anti-astmatisch. Shirley en Len Price vermelden dat de "decumbens" een bredere en sterkere anti-microbiële werking heeft als de "officinalis".
Voor het gebruik van etherische Hysop olie wordt het volgende vermeld:
- niet te lang of te hoog gedoseerd gebruiken
- niet gebruiken tijdens zwangerschap en borstvoeding
- niet gebruiken bij epilepsie
- niet gebruiken bij kinderen
- te vermijden bij hoge bloeddruk
Ga nooit zelf met etherische oliën experimenteren maar laat je goed informeren door een aromatherapeut.
Het hydrolaat van Hysop kun je gebruiken als mondspoeling bij verkoudheid. Ook kun je hydrolaat inhaleren bij verkoudheidsklachten (hoesten, verslijming, bijholtes, verstopte en lopende neus). Voor een inhalatie voeg je 2 eetlepels hysop-hydrolaat toe aan een kom met 1 liter gekookt water. De warm damp die er vanaf komt inhaleer je. Daarnaast is het hydrolaat ideaal als tonic voor je gezichtshuid. Ze werkt licht samentrekkend, verfrissend en reinigend. Een geheel ander recept waarin Hysop-hydrolaat wordt gebruikt is het onderstaande tonicum voor de hersenen en de bloedsomloop dat Eliane Zimmermann vermeld in haar boek "Hydrolate - Pflanzenwässer" :
- Rozemarijnhydrolaat
- Hysophydrolaat
Vermeng een zelfde hoeveelheid van beide hydrolaten met elkaar. Drink hiervan 1 theelepel opgelost in een glas water.
- Aromatherapie. Praxishandbuch für Pflege-, Kosmetik-, und Gesundheitsberufe. Shirley Price, Len Price. Huber, 2009
- Aromatherapie für Pflege- und Heilberufe; Kursbuch für Ausbildung und Praxis. Eliane Zimmermann. Haug, 2011
- Hydrolate, sanfte Heilkräfte aus Pflanzenwasser. Ingrid Kleindienst-John. Freya, 2020
- Hydrolate - Pflanzenwässer, die vergessene Dimension der Aromatherapie und Aromapflege. Eliane Zimmerman. Thomas Grasl, 2018
Laurier (Laurus nobilis)
De Laurier is bij ons vooral bekend als keukenkruid maar ze bevat ook heilzame eigenschappen en was in de oudheid een plant met een grote symbolische betekenis. Laurus betekent "de man uit Lorentum" en nobilis betekent "edel, hoog aangezien, bekend, beroemd". In de oude Griekse en Romeinse culturen werd de Laurier beschouwd als een attribuut van de overwinnaar en een geluksbrenger. Helden van oorlogen en winnaars van sportevenementen werden gehuldigd met een krans van laurierbladeren op hun hoofd en Romeinse keizers droegen hem als teken van macht. Deze "lauwerkrans" stond symbool voor glorie, verheerlijking en erkenning.
De Laurier was ook een magisch kruid en werd verrookt voor zuivering en bescherming. Vermeld wordt dat de priesteressen van Delphi Laurier gebruikten om visioenen op te wekken. Ook nu nog worden laurierblaadjes ritueel gebruikt in spirituele praktijken. De laurier wordt gezien als een krachtig symbool van bescherming, zuivering en manifestatie. Wil je zelf Laurier verroken maak dan gebruik van de gedroogde blaadjes.
In de keuken is Laurier een veel gebruikt specerij dat toegevoegd aan zeer uiteenlopende gerechten. Of het nou in stoofschotels, gehaktsaus, soep, rode kool of een kruidenazijn is, laurierblaadjes zijn heerlijke smaakmakers.
Van laurierblaadjes kun je ook thee zetten. Bäumler vermeld dat er mogelijk een beschermende werking vanuit gaat bij een maagzweer en het een bloedsuikerzenkende werking heeft. In de volksgeneeskunde werd een thee uit laurier ingezet bij spijsverteringsklachten, om slijm makkelijker op te hoesten, als urinedrijvend middel, als stimulans bij een zwakke menstrustie en als zweetbevorderend middel.
Je zou het zo op het eerste gezicht wellicht niet denken als je de leerharde blaadjes van de Laurier in je hand hebt maar ook Laurier bevat net als de meeste andere keukenkruiden etherische olie. Deze bestaat voor het grootste deel uit cineol en daarnaast uit monoterpenen en monoterpenolen. De geur van de pure etherische olie is kruidig en warm en heeft een stemmingsverhogend en verwarmend effect. Bij verkoudheid profiteer je van de antibacteriële, antivirale en ontstekingsremmende werking. De etherische olie is ook zeer nuttig bij reumatische klachten, gewrichtspijn en spierpijn. Zimmermann geeft aan dat de olie een stimulerende werking heeft op het lymfatische en veneuze stelsel en geeft een opsomming van de belangrijkste inzetgebieden:
- uiteenlopende klachten van het bewegingsapparaat en spierpijn
- alergische huidziektes
- alergische ziekstes van de ademwegen
- zwakke weerstand
- aderontsteking
Ga echter nooit zelf met etherische oliën experimenteren maar laat je goed informeren door een aromatherapeut.
Bij de destillatie van laurier ontstaat naast de etherische olie als "neven"product een hydrolaat. Het hydrolaat werkt antibacterieel, anti-infectieus, pijnverlichtend en ontsmettend. Het stimuleert het lymfesysteem, werkt toniserend op het bindweefsel, doorbloeding bevorderend, kramp verlichtend en positief op het immuunsysteem. Ook kan het worden ingezet bij: roos en vet haar, bij vette en onreine huid, als aftershave, bij opgezette lymfeklieren, in de vorm van verwarmde kompressen bij lichamelijke gespannen spieren en ter inhalatie.
Een ander product dat minder bekend is, is de laurierolie die uit de bessen wordt gewonnen. Deze vette olie wordt volgens Bäumler ingezet bij reumatische ziektes vanwege de doorbloedingsbevorderende werking.
Heb je Laurier in je tuin en vind je het leuk om hiervan zelf een product te maken dan vind je hier nog een heerlijk recept voor een verwarmende laurierzalf. De laurierzalf is een weldaad bij gespannen spieren en kan worden gebruikt om vermoeide gewrichten te verzorgen. Het kan ook worden gebruikt als een lichte hoestbalsem.
Laurierzalf
Allereerst maak je een olie-extract. Hiervoor heb je nodig:
- 100 ml olijfolie
- Handvol gedroogde laurierblaadjes
- Alcohol om te desinfecteren
Desinfecteer je werkplek en alle arbeidsmiddelen goed met alcohol (70%). Hak vervolgens de laurierblaadjes fijn en wrijf ze in een vijzel nog fijner, zo goed als het gaat. Giet er een beetje olijfolie bij en vijzel verder. Giet het mengsel vervolgens in een vuurvast bekerglas, doe er de rest van de olie bij en verwarm alles au-bai-marie tot ongeveer 70 graden. Laat de olie vervolgens ongeveer een uur verder trekken bij deze temperatuur. Pas op dat het niet te heet wordt anders frituur je je Laurier. Giet de olie daarna door een zeef, koffiefilter of zakdoekje. Je olie is nu klaar. Nu maken we de zalf. Hiervoor is nodig:
- 50 ml laurierolie
- 5 g bijenwas
- 5 druppels etherische olie van Laurier (optioneel)*
- 5 druppels etherische olie van Rozemarijn (optioneel)*
- Alcohol om te desinfecteren
Desinfecteer weer eerst al je arbeidsmiddelen. Doe de laurierolie en de bijenwas in een vuurvast glas en verwarm het au-bain-marie in een waterbad. Zodra de bijenwas is gesmolten roer je alles goed door en laat je de zalf afkoelen. Wanneer de zalf handwarm is voeg je er eventueel nog een paar druppeltjes etherische olie aan toe om het effect te versterken.
- Heilpflanzen praxis Heute. Porträts - Rezepturen - Anwendung. Siegfried Bäumler. Urban & Fischer, 2007.
- Aromatherapie für Pflege- und Heilberufe; Kursbuch für Ausbildung und Praxis. Eliane Zimmermann. Haug, 2011
- Aromatherapie. Praxishandbuch für Pflege-, Kosmetik-, und Gesundheitsberufe. Shirley Price, Len Price. Huber, 2009
- Hydrolate, sanfte Heilkräfte aus Pflanzenwasser. Ingrid Kleindienst-John. Freya, 2020
- Hydrolate - Pflanzenwässer, die vergessene Dimension der Aromatherapie und Aromapflege. Eliane Zimmerman. Thomas Grasl, 2018
Lavas of Maggiekruid (Levisticum officinale)
Net als veel andere keukenkruiden komt Lavas oorspronkelijk uit het nabije Midden-Oosten en is van daaruit via het Middellandse Zeegebied naar de rest van Europa gereisd. Het kruid dankt zijn sterke verspreiding in Europa mede aan Karel de Grote. Als Frankische koning trok Karel de Grote met zijn gehele hofhouding, voortdurend van palts naar palts (koninklijke verblijfplaats). Zijn aanwezigheid op zoveel mogelijk plekken in zijn rijk was belangrijk om zijn macht zeker te stellen. Hiervoor moesten zijn verblijfplaatsen als paltsen, kloosters en landgoederen goed uitgerust zijn om het hof en het leger voor korte of langere tijd te kunnen verzorgen. Aan het begin van de negende eeuw vaardigde hij daarom een landgoedverordening uit: het Capitulare de Villis. Deze verordening bevatte o.a. richtlijnen voor de teelt van planten die in de keizerlijke tuinen aangebouwd moesten worden. Hieronder vielen ook geneeskrachtige kruiden ter behoud van de gezondheid of ter genezing van ziektes en kwalen. Vind je het leuk om te lezen welke kruiden dit waren, dan vind je op deze site een overzicht hiervan: https://www.biozac.de/biozac/capvil/karl_f.htm
Kloosters waren vroeger de plek waar geneeskunde werd bestudeerd en verder ontwikkeld. De monniken waren één van de weinigen die in staat waren om oude geschriften te lezen en oude en nieuwe kennis op het gebied van de geneeskunde vast te leggen. In de kloosters werden kruidentuinen aangelegd en zieke mensen behandeld. Ook Lavas vinden we terug in de oude kloostertuinen.
Tegenwoordig is ze wellicht wat minder populair geworden maar ook bij ons doet dit kruid het goed in de groente- of kruidentuin. Ze groeit het beste op een vochtige en voedselrijke grond en kan wel 2 meter hoog worden. Lavas is een meerjarige, intens ruikende, vaste plant en wordt gekenmerkt door een kruidige, selderij-achtige geur. Aan de gele schermvormige bloemen herken je dat deze plant familie is van de schermbloemige (Apiaceae of Umbelliferae). In de keuken worden de bladeren vooral gebruikt als smaakmaker in soepen en salades.
Behalve haar smaak werd ze vroeger ook hooggeschat vanwege haar geneeskrachtige werking. Dat zien we aan haar Latijnse soortnaam "officinalis". Deze geeft aan dat het om een oude geneeskrachtige plant gaat, die in de apotheek voorhanden was. De Latijnse naam "Levisticum" lijkt afkomstig te zijn van de vroegere benaming voor de streek Ligurië (lat. 'ligusticus' = Ligurisch).
Lavas werd in de oudheid al met name gewaardeerd om haar diuretische en spijsverteringsbevorderende werking en tot op de dag van vandaag binnen de volksgeneeskunde toegepast bij ontsteking van de urinewegen.
Ook de HMPC (Europees Committee on Herbal Medicinal Products dat op wetenschappelijke basis monografieën voor geneeskrachtige kruiden opstelt) heeft Lavas geclassificeerd als een traditioneel kruidengeneesmiddel dat wordt gebruikt om de hoeveelheid urine te verhogen om zo de urinewegen te spoelen en als adjuvans bij lichte plasklachten. Bij aandoeningen van de urinewegen, zoals ontsteking van de blaas of urineleiders, of om klachten te voorkomen, is het belangrijk dat deze goed doorgespoeld worden met veel vocht. Schadelijke ziektekiemen en bacteriën worden zo met de urine weggespoeld, waardoor een urineweginfectie kan worden voorkomen of verlicht. Ook kan niergruis (kleine niersteentjes) worden uitgespoeld zodat de vorming van grotere nierstenen wordt voorkomen. Bij een doorspoeltherapie is het belangrijk om naast de diuretische middelen, veel water te drinken. Lavasthee is echter niet voor iedereen geschikt. Bij oedeem als gevolg van een beperkte hart- en nieractiviteit en bij nierziektes is Lavas thee contra-geïndiceerd.
Andere toepassingsgebieden van Lavas binnen de volksgeneeskunde zijn volgens Bäumler:
- spijsverteringsproblemen
- maagproblemen, brandend maagzuur, opgeblazen gevoel
- verkoudheid met vast zittend slijm
- menstruatieproblemen
- slecht helende, etterende wonden
Voor medicinale doeleinden worden niet de bladeren verzameld maar de wortels (lavaswortel - Levistici radix) die in september kunnen worden geoogst. Deze zijn rijk aan etherische oliën. Bäumler geeft aan dat de olie een diuretische, spasmolytische (krampverminderende) en anti-microbiële werking heeft en bepalend is voor de geneeskrachtige werking. Daarnaast bevatten de wortels coumarines, polyacetylenen en fenolische carbonzuren.
Kijken we echter naar wat de aromatherapie over Lavas zegt, dan zien we een heel ander toepassingsgebied. Volgens Zimmermann heeft de etherische olie een sterk ontgiftende werking en zou ze een ideale begeleider zijn in reinigende voorjaarskuren en zelfs bij levensmiddelvergiftiging dienst kunnen doen. Ook psoriasis en reuma worden genoemd. Ga echter niet zelf met etherische oliën experimenteren maar laat je goed informeren door een aromatherapeut.

Lavaswijn
Wat je thuis wel zelf kunt uitproberen is de Lavaswijn die wellicht helpt bij boeren, brandend maagzuur en een vol gevoel. Hiervoor heb je nodig:
- 1 fles witte wijn
- 1 hand vol verse fijn gesneden blaadjes en klein gesneden wortel
Giet de wijn over de blaadjes en de wortel en laat de wijn 10 dagen trekken. Daarna zeef je de kruiden eruit en is je lavaswijn klaar voor gebruik: 1 borrelglaasje voor de maaltijd.
- Heilpflanzen praxis Heute. Porträts - Rezepturen - Anwendung. Siegfried Bäumler. Urban & Fischer, 2007.
- Aromatherapie für Pflege- und Heilberufe; Kursbuch für Ausbildung und Praxis. Eliane Zimmermann. Haug, 2011
Lavendel (Lavandula)
Tja Lavendel.... stieken toch wel één van mijn lievelingsplanten in de tuin. Ik vind haar kleur prachtig, de manier waarop ze bloeit met haar lange lila stengels, de geur die ervan afkomt als je langs de bloemen streelt, de vele bijen die op de plant afkomen..... Lavendel is een eyecatcher voor de kruidentuin. Bovendien kun je haar op allerlei manieren inzetten voor je lichaam en je geest.
Lavendel is een struikachtige kruid. Van nature komt de plant voor in de landen rond de middellandse zee. Ze groeit namelijk het liefste op een zonnige plek met goed doorlatende, kalkrijke grond. Lavendel behoort net als Tijm, Oregano, Basilicum en veel andere keukenkruiden tot de familie van de lipbloemige. Dit zien we niet alleen aan de vorm van de bloemetjes maar ook aan de vierkante stengels. Iedereen kent wel foto´s uit Zuid-Frankrijk van de lila velden vol met prachtige bolvormige lavendelplanten. Om zulke mooie bolvormen te krijgen is snoei heel belangrijk. Doe je dit niet dan verhout de plant snel en krijg je beneden kaal hout. Snoeien doe je 2 keer per jaar, direct na de bloei in augustus/september en in het begin van het voorjaar (april). Ik las ook ergens dat het goed is om jonge plantjes direct terug te snoeien zodat je een een mooie, compacte plant krijgt.
De naam "Lavendel" stamt af van het Latijnse woord "lavare", wat "wassen" betekent. In het oude Rome werd de plant al als geurmidel aan het badwater toegevoegd. Ook nu nog wordt de etherische olie van Lavendel graag verwerkt in cosmetische producten en schoonmaakmiddelen. Ze ruikt, fris, bloemig en een beetje scherp. Verantwoordelijk voor deze geur is de etherische olie. Vooral de bloemetjes bevatten hiervan een relatief hoog percentage. Lavendel is daardoor één van de weinige planten waarvan ik thuis met mijn destilleerapparaat etherische olie kan produceren.
Van Lavendel zijn verschillende etherische oliën te koop, afkomstig van drie soorten:
- Lavandula angustifolia: echte Lavendel (met name uit Zuid-Frankrijk)
- Lavandula latifolia: Spijklavendel (vooral uit Spanje)
- Lavandula x intermedia Super: Lavandin (een kruising tussen L. angustifolia X L. latifolia)
In de aromatherapie speelt voornamelijk de echte Lavendel een belangrijke rol evenals de Lavandin.
De echte Lavendel wordt aangebouwd maar komt ook in het wild voor. De wilde lavendel groeit op hoger gelegen berghellingen en wordt met de hand geoogst. De etherische olie die uit de wild groeiende Lavendel wordt gedestilleerd heeft het grootste spectrum aan inhoudsstoffen. Het is een zeer speciale olie die door maar weinig firma`s wordt aangeboden. Volgens Zimmermann kan Lavandula angustifolia worden ingezet bij:
- nerveuze aanspanning, angst en slaapstoornissen
- menstruatiepijn
- astma en astmatische bronchitis
- huidinfecties en allergische huidziektes
- (brand-)wonden en jeuk
- open been
- aderontsteking
- kramp
- tachycardie
- hoge bloeddruk
Spijklavendel heeft een zeer hoge opbrengst etherische olie. De inhoudsstoffen zijn echter niet dezelfde als die van de Angustifolia. waardoor Spijklavendel andere toepassingsgebieden heeft. Deze plant bevat nauwelijks monoterpeen-esters die in de echte Lavendel rijkelijk voorkomen en bepalend zijn voor de rustgevende en slaapbevorderende werking. Spijklavendel bevat juist een hoog percentage stimulerende bestanddelen waaronder Kamfer (bijna 25%) en het verfrissende 1,8-Cineol (tot 40%). De etherische olie Lavandula latifolia wordt binnen de aromatherapie gebruikt bij:
- verbrandingen
- bronchitis en ontstoken of lopende neus
- schimmel (voetschimmel)
- acne
- reuma, polyartritis
- neuralgie
- burn-out
En dan is er nog de kruising tussen de beide soorten, de Lavandin. Om de opbrengst van de echte Lavendel te verhogen is deze gekruist met de Spijklavendel. De werking van Lavandin vertoont overeenkomst met de echte Lavendel en wordt volgens Zimmermann ingezet bij:
- nerveuze klachten en angst
- krampen
- jeuk en huidinfecties
- vaginitis (Candida)
- tachycardie
De etherische olie van alle drie de soorten zijn belangrijke geurstoffen in de parfum- en zeepindustrie. Je kunt de etherische olie ook verwerken in je zelf gemaakte cosmetische producten als shampoo, zeep, crème of scrubzout. Toegevoegd aan je badwater werkt lavendel rustgevend voor het slapen gaan. Ook 1 druppeltje olie op een zakdoekje dat je niet te dicht bij je kussen legt kan de slaap bevorderen. Is de geur te sterk dan werkt het juist averechts. Om ´s avonds ontspannen in slaap te vallen kun je ook een een half uur voor het naar bed gaan een avondthee drinken met een mix van rustgevende kruiden als hop, citroenmelisse, valeriaan, Lavendel en Passiebloem.
Ook het lavendelhydrolaat heeft een rustgevende werking. Ingrid Kleindienst-John beschrijft dat je het hydrolaat in een sproeiflesje kunt doen en ´s avonds voor het naar bed gaan kunt vernevelen in je slaapkamer. Sproeien in je klerenkast werkt tegen motten. Doe je het hydrolaat in je strijkijzer dan geef je je kleren direct een lekker luchtje mee. In de zomer is het lavendelhydrolaat heerlijk als verfrissende bodyspray. Of wat dacht je van een hydrolaat als tonic na het scheren of na je gezichtsreiniging? Het is voor alle huidtypen geschikt, maar helpt vooral bij acne en een onreine huid. Je kunt het ook lokaal gebruiken voor een kompres bij verbranding, jeuk, insectenbeten en schaafwonden. Maar ook voor de reiniging en verzorging van de vagina is het hydrolaat ideaal.
Bäumler geeft in zijn boek Heilpflanzenpraxis Heute aan dat Lavandula angustifolia naast de etherische olie ook looistoffen (Rozemarijnzur) bevat die obstiperend werken en bij diarree werkzaam kunnen zijn. Ook bij nerveuze darmklachten, buikklachten en gebrek aan eetlust kan aan Lavendel worden gedacht. Verdere inzetgebieden zijn volgens Bäumler onrust, slaapstoringen, uitgeput zijn, gespannen spieren, reumatische ziektes en neuralgieën. In de volksgeneeskunde werd het ook bij migraine, kramp en astma toegepast.
Vind je het leuk om op een zomerdag wat creatiefs te doen dan kun je van bloeiende lavendelstelen prachtige geur-sticks maken. Deze stick kun je naast je bed leggen en ´s avonds voor het slapen gaan een paar keer goed door je handen rollen. Door de subtiele lavendelgeur val je zo in slaap. Op internet vind je diverse filmpjes. Deze bijvoorbeeld:
https://www.youtube.com/watch?v=2tgQ_Lx7n5M

- Heilpflanzenpraxis Heute. Porträts - Rezepturen - Anwendung. Siegfried Bäumler. Urban & Fischer, 2007.
- Aromatherapie für Pflege- und Heilberufe; Kursbuch für Ausbildung und Praxis. Eliane Zimmermann. Haug, 2011
- Hydrolate, sanfte Heilkräfte aus Pflanzenwasser. Ingrid Kleindienst-John. Freya, 2020
- Hydrolate - Pflanzenwässer, die vergessene Dimension der Aromatherapie und Aromapflege. Eliane Zimmerman. Thomas Grasl, 2018
- https://groei.nl/tuin/tuinkalender/lavendel-snoeien
Kerrieplant/Immortelle (Helichrysum italicum)
Dit kruid heb ik voor het eerst echt leren kennen op Krk, een eiland van Kroatië. Ze groeit daar in het wild maar wordt er ook aangebouwd. De velden zien er prachtig uit. Net als de lila lavendelvelden in Frankrijk maar dan geel. De planten hebben zilver-grijs groene, smalle blaadjes en kleine zwavel-gele bloemknopjes die in dichte, bolvormige bloeiwijzen zijn gerangschikt. De bloemen worden tijdens de bloei geoogst en daarna gedestilleerd ter verkrijging van etherische olie.
Naast Helichrysum italicum (Italiaans Helichrysum) bestaat er ook Helichrysum arenarium (Zand Helichrysum). Het zjjn twee verschillende soorten immortelle maar de bloemetjes lijken erg op elkaar. H. italicum, ook wel currykruid genoemd, komt veel voor in het Middellandse Zeegebied en heeft smalle blaadjes die naar curry ruiken. H. arenarium komt oorspronkelijk uit Centraal-Europa en heeft brede, langwerpige bladeren. De bloemetjes van deze arenarium worden in de volksgeneeskunde gebruikt bij spijsverteringsklachten als een vol gevoel, krampen en winderigheid.
De Kerrieplant (H. italicum), is lid van de composietfamilie en ontleend haar naam aan de kerrie-achtige smaak van de blaadjes. Vooral de jonge scheuten zijn ideaal om gerechten mee op smaak te brengen. De Kerrieplant wordt ook wel Italiaanse strobloem of Immortelle genoemd. Immortelle betekent onsterfelijk want de bloemknopjes zijn na het drogen nog bijna net zo mooi als de verse. Ook haar Latijnse naam "Helichrysum" heeft betrekking op de stralende, gele bloemetjes en betekent vrij vertaald zonnen-goud (Helios = zon en chrysos = goud).
Je kunt het plantje makkelijk in je eigen tuin aanplanten. Ze houdt van een warm plekje en een goed doorlatende, droge grond. Direct na het planten is het belangrijk dat ze voldoende water krijgt. Als ze op een goed plekje staat en eenmaal is aangeslagen is ze makkelijk te verzorgen en niet veeleisend. Omdat het een half-struikachtige plant is, is het belangrijk om ze net als de Lavendel goed te snoeien zodat ze van onderen niet teveel verhout en ze een mooie vorm krijgt. Let daarbij wel op dat je niet in het houtachtige deel snoeit want dan loopt ze niet meer uit.
Immortelle is een plant die al eeuwenlang wordt gewaardeerd om zijn helende eigenschappen. Vooral in de volksgeneeskunde van het Middellandse Zeegebied. De plant werd gebruikt om wonden te behandelen en te beschermen tegen infecties en de huid te verzorgen. De genezende kracht ligt met name in de etherische oliën. Deze bevat o.a. nerylacetaat, diketonen (italidion), mono-terpenen en mono-terpenolen. De etherische olie is bepalend voor de ontstekingsremmende, anti-oxiderende en huid-regenererende eigenschappen van Immortelle. Daarnaast heeft de olie ook een anti-microbiële en pijnstillende werking.
Het kan worden gebruikt om huidproblemen zoals acne, eczeem en ontstekingen te behandelen. Het kalmeert de huid en bevordert de genezing. Dit geldt ook voor wonden (na een operatie), littekens en kneuzingen. De etherische olie bevat ook een pijnstillende werking en waardoor het kan worden ingezet bij spier- en gewrichtspijn. Vanwege de anti-oxiderende en regenererende eigenschappen wordt immortelle graag toegevoegd aan anti-aging producten om vroegtijdige veroudering tegen te gaan.
Binnen de aromatherapie wordt de etherische olie van Immortelle tevens gebruikt voor ontspanning en stressvermindering. De geur van immortelle heeft een kalmerende werking en kan helpen om emotionele blokkades op te heffen.
Hoewel de etherische immortelle-olie veel gunstige eigenschappen heeft en zeer goed verdraaglijk is, moet het met de nodige voorzichtigheid worden gebruikt. Vooral bij het gebruik van de etherische olie is het belangrijk om deze in een sterk verdunde vorm aan te brengen om huidirritatie te voorkomen. Zwangere vrouwen, vrouwen die borstvoeding geven en jonge kinderen moeten een arts raadplegen voordat ze Immortelle-producten gebruiken.
Huidolie
Meng een paar druppels etherische olie van immortelle met een draagolie zoals jojoba-olie. Deze olie kan op de huid worden aangebracht bij ontstekingen en om de huid te voeden of bij littekens om de genezing te bevorderen.
Bad-additief
Een paar druppels van de etherische olie toegevoegd aan een warm bad hebben een ontspannend effect en bevorderen het welzijn. Los hiervoor de etherische olie eerst op in een beetje slagroom, vette olie of honing.
Hydrolaat
Een goedkoper alternatief dan de dure etherische olie is Immortelle- hydrolaat. Het kan als tonic worden gebruikt om de huid te reinigen en te regenereren. Vooral bij onreine huid en acne werkt Immortelle hydrolaat verzachtend en ontstekingsremmend. Je kunt het ook als spoelwater bij ontstoken tandvlees gebruiken. Daarnaast wordt van immortelle-hydrolaat vermeld dat het helpt bij kneuzingen en blauwe plekken. Een gekoelde wikkel of kompres van immortelle-hydrolaat kan hierbij helend werken.
- Hydrolate. Sanfte Heilkräfte aus Pflanzenwasser. Ingrid Kleindienst-John. Freya 2020
- Aromatherapie für Pflege- und Heilberufe; Kursbuch für Ausbildung und Praxis. Eliane Zimmermann. Haug, 2011
- https://carrieroflight.com/entgiftung-mit-atherischen-olen/?lang=de
Echte Kervel (Anthriscus cerefolium)
Aan de kleine bloemschermen kun je zien dat de Kervel lid is van de familie van de schermbloemen (Umbelliferae of Apiaceae). Veel kruiden uit deze familie lijken qua bloeiwijze op het eerste gezicht sterk op elkaar. Dit geldt ook voor de blaadjes. Vaak zijn ze dubbel geveerd. Zo ook bij de echte Kervel.
Echte Kervel valt onder het geslacht Anthriscus waar ook Fluitenkruid (Anthriscus sylvestris) en Fijne kervel (Anthriscus caucalis) toe behoren. De echte Kervel zul je in tegenstelling tot Fluitenkruid echter niet in het wild aantreffen. Het is geen plant die van nature bij ons voorkomt maar wel een mooie plant voor in je kruidentuin. De Fijne kervel (Anthriscus caucalis) ken ik niet maar op Wikipedia lees ik dat deze eenjarige plant van nature voorkomt in Europa. De soort staat echter op de Nederlandse Rode lijst van planten als vrij zeldzaam.
Wil je Kervel in je tuin aanplanten, zorg dan voor een ietwat vochtige, humusrijke, losse, doorlaatbare grond. Voor het zaaien kun je de bodem eventueel wat verrijken met compost. Dit plantje doet het goed in de halfschaduw. Als je zaadjes hebt dan kun je deze vanaf april direct buiten in de volle grond zaaien op ongeveer een centimeter diepte. Wanneer je niet alle zaadjes in 1 keer zaait maar om de paar weken kun je de hele zomer genieten van verse kervel. In de hete zomermaanden schijnt het uitzaaien niet zo goed te werken omdat de plant dan te snel in bloei komt en je niets meer aan de blaadjes hebt. Je oogst de blaadjes namelijk voor de bloei. Wanneer de plant in bloei komt gaat de heerlijk smaak van de blaadjes, die wat weg heeft van anijs en peterselie, snel achteruit. Vanaf augustus kun je wel weer zaaien zodat je ook in de herfst van je Kervel kunt genieten.
Je kunt voor het oogsten de buitenste blaadjes nemen of je snijdt de gehele plant af tot zo’n vijf centimeter boven de grond. Door het oogsten stimuleer je de groei en ontstaan er nieuwe scheuten. De fijne kervelblaadjes kun je na het oogsten echter niet lang in de koelkast bewaren. Na 2 dagen zijn ze al behoorlijk slap. Neem dus niet te veel in 1 keer. Wil je de geoogste Kervel langer bewaren dan kun je deze het beste invriezen. Bij drogen gaat de smaak verloren.
De smaak wordt namelijk voor een deel bepaald door de vluchtige etherische olie die bij het drogen verloren gaat. Kervel bevat daarnaast ook o.a. flavonoïden, bitterstoffen, vitamine A en C, magnesium en ijzer.
In de volksgeneeskunde werd het geperste sap traditioneel gebruikt als lente-tonic om te ontgiften. Ook werden thee-extracten van de bladeren en de wortel in een voorjaarskuur gebruikt vanwege de antioxiderende, ontgiftende, bloedzuiverende werking. Van Kervel wordt vermeld dat het een licht vochtafdrijvende werking heeft, daarmee de ontgiftingsorganen ondersteunt en in combinatie met vitamine A een reinigende werking op de huid heeft. Binnen de volksgeneeskunde werd kervel uitwendig gebruikt bij ontstoken oogleden, eczeem, abcessen en aambeien en inwendig bij o.a. reuma, geelzucht en om de bloeddruk te verlagen.
Kervel heeft een positief effect op de spijsvertering, door de aanwezige bitterstoffen en etherische oliën en het aanwezige vitamine C draagt o.a. bij aan een goed functionerend immuunsysteem. Hoewel de plant al sinds de oudheid wordt gebruikt, is het in de huidige natuurgeneeskunde geen grote medicinale plant. Ook binnen de aromatherapie heb ik de Kervel niet gevonden. We vinden haar toepassing vooral in de keuken
De verse bladeren van Kervel worden gebruikt voor soepen, sauzen, salades en bij visgerechten. Het is vooral populair in de Franse keuken en een ingrediënt in de "Fines Herbes", een beroemde kruidenmengsel dat bestaat uit peterselie, bieslook, dragon en kervel. Net als peterselie wordt kervel niet gekookt, maar kort voor het serveren toegevoegd. De smaak van de blaadjes gaat bij koken snel verloren. Bekende gerechten zijn kervelroomsoep en de Frankfurtse groene saus, die bekend staat als een regionale Hessische specialiteit. Mocht je deze beide recepten willen uitproberen... ik zou zeggen, here you go:

Kervelsoep
- 1 flinke bos kervel
- 1 grote ui
- 1 prei
- 30 g Boter
- Groentebouillonblokje
- 700 ml water
- scheutje witte wijn
- 1 geraspte aardappel
- een flinke scheut slagroom naar smaak
- peper, zout, nootmuskaat
Bak de ui en de prei glazig in de boter en blus het daarna af met een scheut witte wijn. Voeg het water en de bouillonpoeder/bouillonblokje toe en breng alles aan de kook. In de tussentijd rasp je een aardappel die je daarna ook in de soep doet. Laat alles 15 min. zachtjes koken. Was een flinke bos verse kervel, hak het blad fijn en voeg het op het laatst toe aan de soep. Pureer de soep met een staafmixer en breng hem op smaak met de slagroom, peper, zout en nootmuskaat.
Frankfurtse groene saus
Deze saus is lekker bij vis en aardappels uit de schil. Hiervoor heb je nodig:
- 350 gram verse kruiden: Bieslook, Peterselie, Pimpinelle, Kervel, Bernagie, Zuring, Tuinkers (van alles ongeveer evenveel)
- 4-6 hardgekookte en afgekoelde eieren
- 1 el mosterd
- 250 g zure room
- 250 g yoghurt
- zout
- peper
Prak de eieren fijn in een kom. Was, droog en hak de kruiden heel fijn en meng het samen met de zure room, yoghurt en mosterd door de eieren. Breng de saus op smaak met peper en zout en laat deze minimaal 1 uur in de koelkast op smaak komen.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Fijne_kervel
https://utopia.de/ratgeber/kerbel-anwendung-und-wirkung-des-wuerzkrauts_128606/
Koriander (Coriandrum sativum)
Ook de Koriander is net als de Kervel een schermbloemige met witte bloemen en geveerde bladeren. De vorm van de bladeren verandert echter naarmate je hoger in de stengel komt. Sativum betekent geteeld of gekweekt en kom je vaker als tweede naam bij planten tegen. De naam Koriander komt waarschijnlijk van het Griekse woord "coriannon" wat wants (bedwants) betekent. Sommige mensen vinden dat Koriander en korianderzaad onaangenaam sterk en insect-achtig ruikt. In Oostenrijk wordt de plant daarom ook wel "Stinkdill" of "Wanzenkraut" genoemd. Dit is te wijten aan de aldehyden die in de plant aanwezig zijn. Ook sommige insecten produceren deze stofjes om andere dieren aan te trekken of af te schrikken. Deze stofjes zorgen er ook voor dat sommige mensen Koriander vies vinden en naar zeep vinden smaken. Mensen met een bepaalde erfelijke aanleg zijn gevoeliger voor deze geur en smaak.
Andere mensen, waaronder ik zelf, zijn juist gek op Koriander. Ik gebruik het graag in Aziatische gerechten. De plant komt oorspronkelijk uit het Midden-Oosten en het Middellandse Zeegebied waar zowel de verse blaadjes als de gedroogde en gemalen zaden aan veel gerechten als smaakmaker wordt toegevoegd. Sommige van jullie kennen de gemalen zaadjes wellicht onder de Indonesische naam 'ketoembar'.
Hoewel de plant oorspronkelijk niet bij ons in het wild voorkomt, doet ze het best goed in de tuin waar ze zichzelf, als ze een goed plekje heeft gevonden, vanzelf uitzaait. De plant geeft de voorkeur aan voedselrijke, vrij losse, humusrijke grond. Wil je de Koriander voor het groene blad dan zaai je de zaadjes het beste tussen half april en half juni. Wil je juist de zaadjes dan wordt aangeraden om iets eerder te zaaien zodat de plant genoeg tijd heeft om de zaadjes te laten rijpen.
Koriander is niet alleen een heerlijke specerij uit de Aziatische keuken maar heeft ook geneeskrachtige eigenschappen. De geneeskrachtige werking ligt niet zozeer in de blaadjes maar in de vruchtjes (zaadjes). Deze oogst je in augustus /september wanneer ze uitgerijpt zijn. Deze vruchtjes bevatten behalve etherische olie ook vette olie, flavonoïden, cumarine, triterpenen, koffiezuurderivaten en vitamine C. Bäumler vermeld in zijn boek dat Korianderzaad de speeksel- en maagsaproductie bevordert, en winderigheid en krampen in het spijsverteringskanaal vermindert. Ook zou korianderzaad een positieve invloed hebben op de cholesterolspiegel. Verder verwijst hij naar de antimicrobiële en schimmelwerende eigenschappen. Zo zou etherische Korianderolie werkzaam zijn tegen tal van microben waaronder Salmonella typhosa, Mycobacterium avium en Pseudomonas aeruginosa, schimmels als Aspergillus aegypticus, Penicillium cyclopium en Trichoderma en gram positieve en negatieve kiemen.
Van de koriandertinctuur, die eveneens gemaakt wordt uit de zaadjes, wordt ook vermeld dat ze helpt in een ontgiftingskuur bij het uitleiden van zware metalen. In deze kuur worden ook Chlorella en Daslooktinctuur gebruikt. Hoe deze kuur precies gevolgt moet worden kun je lezen in de onderstaande link. Helaas is de tekst in het Duits maar wellicht kun je deze vertalen mocht je interesse hebben. https://www.kinesiologie-imgleichklang.at/download/Schwermetallausleitung%20Dr.%20Klinghardt.pdf

Binnen de aromatherapie wordt de etherische olie van korianderzaad ingezet bij: spijsverteringsklachten, gebrek aan eetlust, ontsteking van de dunne en dikke darm, blaasontsteking, verkoudheid en burn-out, candida albicans infectie in de mondholte, voetschimmel en atopisch eczeem. Eliane Zimmermann vermeld in haar boek `Aromatherapie für Pflege- und Heilberufe` dat naast de belangrijkste inhoudsstof Linalool ook andere monoterpenolen, monoterpenen, monoterpenketonen en geranylacetaat in de etherische olie voorkomen die verantwoordelijk zijn voor de geneeskrachtige werking..
Ook bespreekt ze de werking van de etherische olie die uit het blad van Koriander gewonnen wordt. Deze is echter zeer zelden te vinden. Aan de inhoudsstoffen zie je direct dat deze werking geheel anders is dan die van de olie uit de zaadjes. Ze bestaat voor het grootste deel uit aliphatische aldehyden die verantwoordelijk zijn voor de onaangename geur die sommige mensen ervaren. Deze olie werkt sterk rustgevend en tegen winderigheid. Ze wordt ingezet bij gastritis en angst en slaapstoornissen.
Je kunt van zowel de zaadjes als het blad van Koriander thee maken. Beide werken winderigheid tegen. De zaadjes helpen sterker en zijn ook bij andere spijsverteringsklachten als darmkrampen werkzaam.
In de keuken kun je korianderblaadjes het beste vers gebruiken. Bij het drogen gaat veel van het aroma en de smaak verloren. Wil je Koriander houdbaar maken dan kun je deze beter fijn gehakt in ijsblokjesvorm invriezen. Koriander voeg je het beste als laatste aan het gerecht toe zodat de smaak niet verloren gaat. De blaadjes zijn vooral lekker in gerechten als Thaise Tom ka kai soep, pad thai en andere noodle-gerechten, falafel en currygerechten. Of wat dacht je van deze zomersalade:
Tomaten-Koriander-salade
- tomaten
- (rode) ui
- vers Korianderblad
- olijfolie
- zout
Snijd de tomaten in stukjes. Hak een bosje koriander fijn. Snipper een (rood) uitje heel fijn. Mix alles door elkaar en giet een flinke scheut olijfolie over de salade. Je maakt hem op smaak met wat zout. Stokbroodje en wat kruidenboter erbij en klaar ben je. Heerlijk fris en exotisch voor in de zomer.
- https://utopia.de/ratgeber/koriander-wissenswertes-zur-gewuerz-und-heilpflanze_81201/#google_vignette
- Heilpflanzenpraxis Heute. Porträts - Rezepturen - Anwendung. Siegfried Bäumler. Urban & Fischer, 2007.
- Aromatherapie für Pflege- und Heilberufe; Kursbuch für Ausbildung und Praxis. Eliane Zimmermann. Haug, 2011
- Hydrolate, sanfte Heilkräfte aus Pflanzenwasser. Ingrid Kleindienst-John. Freya, 2020
Karwei/ Kummel (Carum carvi)
Net als de twee voorafgaande kruiden is ook de Karwei een schermbloemige plant met witte bloemen en hele fijne meervoudig geveerde blaadjes. De foto hierboven heb ik gisteren tijdens een wandeling gemaakt. Hier in Oostenrijk kom ik het plantje in het voorjaar vaak tegen in de wei. Ze wordt hier "Echter Kümmel" genoemd. Ook in Nederland groeit de Karwei in het wild.
Karwei of Kummel worden soms verward met Komijn. Karwei en Kummel zijn hetzelfde maar Komijn (Cuminum cyminum) is een andere schermbloemige plant. In de Indonesische keuken heet het gemalen poeder van de komijnzaadjes "Djinten", in Oostenrijk vind je dit specerij in de winkel onder de naam Kreuzkümmel.
De bladeren van de Karwij hebben een milde smaak, die vergeleken wordt met peterselie en dille. Ze kunnen worden gebruikt voor in bijvoorbeeld soepen en salades. Ook de wortels kunnen als groente worden gekookt. Het zijn echter vooral de zaadjes (eigenlijk vruchtjes) van de Karwei die zowel kulinarisch als medicinaal interessant zijn. Zo kom je de zaadjes o.a. tegen in komijnekaas, zuurkool of brood. Ook wordt het poeder graag toegevoegd aan stoofschotels, goulash en kruidenmengsels.
In de natuurgeneeskunde worden komijnvruchtjes vooral gebruikt bij dyspeptische klachten. Dit is een verstoring in het spijsverteringssysteem waarbij voornamelijk maagklachten optreden zoals een opgeblazen gevoel in de maagstreek, oprispingen, pijn in de bovenbuik en misselijkheid. Ook bij krampachtige darmklachten kan aan Karwij worden gedacht waarbij je onderbuik kunt masseren met etherische Karwij-olie die je vermengd met een vette draag-olie. Binnen de volksgeneeskunde worden Karweivruchtjes in de vorm van een thee-infusie ingezet om de melkproductie te stimulerend bij vrouwen die borstvoeding geven en om de menstruatie te bevorderen. Bäumler maakt ook melding van de toepassing van een verwarmd kompres van de zaadjes bij reumatische tand- en hoofdpijn.
Karweivruchtjes bevatten zo`n 3% etherische olie waarvan het grootste deel uit het monoterpeenketon Carvon en de monoterpenen Carven en limonen bestaat. De olie werkt volgens Zimmermann sterk secreolitisch (zorgt voor de verdunning van taai slijm), stimuleert de galproductie, is eetlust opwekkend en spijsverteringsbevorderend, vochtafdrijvend en werkt de histamine-productie tegen. De etherische olie wordt o.a. ingezet bij klachten als bronchitis, gebrek aan eetlust, lever- en galinsufficiëntie, maag- en darmkrampen en dyspepsie.
Daar waar etherische olie wordt geproduceerd komt meestal ook een hydrolaat tot stand. Zo ook bij Karwei. Dit hydrolaat werkt eetlustopwekkend en kan daarnaast als smaakmaker verwerkt worden in gerechten waarin Karwei zelf ook wordt gebruikt zoals bijvoorbeeld zuurkool.
Rode-bieten-salade
Wil je de smaak van Karwei leren kennen probeer dan eens deze rode bieten salade waarin dit specerij de boventoon voert:
- 4-5 gekookte rode bieten
- 1 appel
- 6- 10 augurken
- azijn
- olijfolie
- zout
- peper
- karwei
- 1 eetlepel crème fraîche
Snijd de appel, rode bieten en augurken in kleine blokjes (ongeveer 1 cm) en doe alles in een kom. De overige ingrediënten voeg je naar smaak toe. van de Karwei neem je ongeveer een halve theelepel maar begin met iets minder zodat je het naar je eigen smaak kunt aanpassen.
Karwei-likeur
Een ander receptje is een Karwei-likeur dat je als aperitief of digestief, voor of na de maaltijd kunt innemen om de spijsvertering te ondersteunen.
- 100 g Karwei-vruchtjes
- 250 g kandijsuiker
- 1 ltr neutrale alcohol zoals wodka of brandewijn
Je doet alles samen in een fles die je vervolgens een maand laat trekken totdat alle suiker is opgelost. Schud de fles af en toe een beetje door. Daarna filter je de zaadjes er uit en is je likeur klaar. laat de fles echter nog een paar weken rusten. De smaak wordt steeds lekkerder als je hem een tijdje laat staan.
- Kräuter-Rezeptbuch. Siegrid Hirsch. Freya 2012.
- Heilpflanzenpraxis Heute. Porträts - Rezepturen - Anwendung. Siegfried Bäumler. Urban & Fischer, 2007.
- Aromatherapie für Pflege- und Heilberufe; Kursbuch für Ausbildung und Praxis. Eliane Zimmermann. Haug, 2011
- Hydrolate, sanfte Heilkräfte aus Pflanzenwasser. Ingrid Kleindienst-John. Freya, 2020
Munt (Mentha)
Wie kent de Munt niet. Deze heerlijke smaakmaker is zeer geliefd als thee maar je kunt Munt ook aan tal van gerechten toevoegen. Munt behoort tot de grote familie van de Lipbloemen (Lamiaceae) waar ook kruiden als Tijm, Rozemarijn en Salie toe behoren. Net als sommige andere kruiden uit deze familie is de stengel vierkant.
Je zult het misschien niet verwachten omdat je de Munt wellicht alleen uit de tuin of tuincentra kent maar bepaalde muntsoorten komen ook bij ons in het wild voor. In de flora Helvetica, de plantengids met alle plantensoorten die in de Alpen voorkomen, worden zes wilde Muntsoorten vermeld:
- Watermunt (Mentha aquatica)
- Akkermunt (Mentha arvensis)
- Hertsmunt/ rossminze (Mentha longifolia)
- Polei (Mentha pulegium)
- Aarmunt/ groene munt/Kruizemunt/Speemunt (Mentha spicata, syn. viridis)
- Witte munt (Mentha suaveolens)
De Poleimunt is de enige wilde soort waarvan vermeld wordt dat vergiftigingsverschijnselen mogelijk zijn. Paardenmunt is niet giftig en eetbaar, maar de smaak wordt als onaangenaam beschouwd. Akkermunt en Watermunt komen oorspronkelijk voor in Nederland. Watermunt vind je zoals de naam al doet vermoeden en langs de waterkant van sloten en plassen. Rondbladige of Witte munt en Polei munt zijn twee soorten die ook van oorsprong in Nederland te vinden zijn maar nu op de rode lijst staan omdat ze zeldzaam zijn geworden.
De wilde soorten laten zich onderling makkelijk kruisen waardoor er veel nieuwe variaties ontstaan. Zo is de Pepermunt (Mentha x piperita) bijvoorbeeld een kruising tussen watermunt (Mentha aquatica) en Groene munt (Mentha spicata). De Marokaanse Munt is geen kruising maar een variëteit van de Aarmunt. Mogelijke kruisingen die je tegenkomt zijn onder andere:
- Pepermunt (Mentha × piperita): is een kruising tussen Mentha aquatica en Mentha spicata
- Wollige munt (Mentha × rotundifolia): is een kruising van Mentha longifolia en Mentha suaveolens
- Kransmunt (Mentha × verticillata): is een kruising tussen Mentha aquatica en Mentha arvensis
- Gembermunt (Mentha × gracilis): is een kruising tussen Mentha arvensis en Mentha spicata
De uiteenlopende kruisingen van Munt verschillen zowel qua uiterlijk als qua smaak. Zo heb je ook de volgende soorten waar de naam al doet vermoeden naar welke kant de smaak op gaat:
- Citroenmunt (Mentha spicata "Lemon")
- Aardbeimunt (Mentha arvensis "Strawberry")
- Banaanmunt (Mentha arvensis "Banana")
- Ananasmunt (Mentha suaveolens "Ananas")
- Appelmunt (Mentha suaveolens "Appel")
- Bonte Appelmunt (Mentha x suaveolens 'Variegata')
- Basilicummunt (Mentha piperita Basil)
- Grapefruitmunt (Mentha piperita "Grapefruit")
- Chocolate (Mentha piperita "Chocolate")
- Citroenmunt (Mentha x piperita f. citrata)
Wil je Munt in je eigen tuin gaan planten dan heb je dus keuze genoeg. Munt houdt van halfschaduw en van licht vochtige grond die verrijkt is met compost. Kies wel voor een standplaats met voldoende licht. Een plek waar in de ochtend volop zon is en vanaf de middag halfschaduw, zodat de grond niet teveel uitdroogt, is perfect voor het kweken van Munt.
Heeft de Munt een goed plekje gevonden dan kan ze erg gaan woekeren omdat ze vlak onder de grond lange uitlopers maakt. Je kunt met deze uitlopers veel andere mensen blij maken die ook graag een Muntplantje willen. De uitlopers steek je er met een schop gewoon vanaf. Ook kun je in het voorjaar de jonge scheuten stekken. Knip zo`n 10 cm van de steel, haal de onderste blaadjes weg en zet deze in een glas water. Wanneer de stengel genoeg wortels heeft zet je deze eerst in een potje met bloemaarde. Later kun je het plantje in de volle grond zetten. Afsteken gaat echter het makkelijkste. Je kunt ervoor kiezen om een muntplant te kopen maar je kunt Munt ook zaaien.
Muntblaadjes verzamel je het beste voor de bloei, dan is de smaak het lekkerste. De plant loopt vanzelf weer uit zodat je er ook later in het seizoen nog volop van kunt genieten. De blaadjes kun je prima drogen. Je kunt de stengels ondersteboven ophangen maar ik Ik haal voor het drogen de blaadjes van de stengels. Zo gaat het drogen veel sneller en gaan er minder waardevolle stoffen verloren. Het drogen van een stengel duurt immers veel langer omdat deze dikker is en ook de blaadjes langer vocht vasthouden. Door een voorraadje gedroogde Munt te maken kun je ook in de winter genieten van een heerlijk kopje thee. Gewoon omdat het lekker is of om gebruik te maken van zijn geneeskrachtige werking.
Baümler geeft in zijn boek "Heilpflanzenpraxis Heute" de geneeskrachtige eigenschappen een uitvoerige beschrijving van de Pepermunt. Bereidingen uit de blaadjes kunnen verlichtend werken bij krampen van de maag, galblaas, galwegen en darmen. Munt is één van de belangrijkste medicinale planten bij misselijkheid en overgeven en pijn in het spijsverteringskanaal die veroorzaakt wordt door verhoogde spierspanning en spierspasmen (kramp). Ook bij dyspeptische klachten, een verstoring in het spijsverteringssysteem waarbij voornamelijk maagklachten optreden zoals een opgeblazen gevoel in de maagstreek, oprispingen en pijn in de bovenbuik kan aan Munt worden gedacht. Ditzelfde geldt voor acute en chronische ontsteking van het maagslijmvlies, darmontsteking, onrust en nerveuze klachten. Van de blaadjes kunnen bereidingen worden gemaakt als een thee, tinctuur of glyceriet.
Het is voornamelijk de etherische olie in de blaadjes, die verantwoordelijk is voor de heilzame werking. Deze olie bestaat voor een groot gedeelte uit Menthol, een monoterpenol en Menthon een monoterpeenketon. De etherische olie werkt sterk pijnstillend. Daarnaast vermeld Zimmermann een verdovende, krampverminderende, leverondersteunende, gal- en concentratiebevorderende werking. De olie stimuleert tevens de wondheling en werkt tegen parasieten. De olie wordt binnen de aromatherapie onder meer ingezet bij hoofd-, spier- en ischiaspijn, Lever- en alvleesklierinsufficiëntie, virale hepatitis, geelkoorts, misselijkheid en overgeven, prikkelbaar darmsyndroom, dyspepsie, burn-out en nierkolieken.
Munt-hydrolaat is in de zomer heerlijk verfrissend als gezicht- of bodyspray. Ook bij zware vermoeide benen is het hydrolaat een weldaad evenals voor vrouwen die tijdens de overgang last hebben van opvliegers. Doe het hydrolaat in een sproeiflesje en besproei er je armen, benen, gezicht, oksels of je hele lijf mee. Het aanwezige Menthol zorgt ervoor dat de zenuwuiteinden die koudeprikkels geleiden, gestimuleerd worden. Daardoor voelt het hydrolaat heerlijk koel aan. Bij oedeem kan het verlichtend werken en mogelijk de zwelling tegen gaan. Verder kun je dit plantenwater inzetten als tonic bij een vette of onreine huid of acne, als mondwater, als leave-in na het haren wassen, als kuitenwikkel bij hoge koorts of bij kneuzingen of verstuikte enkels om te koelen. Het hydrolaat kun je ook inwendig proberen bij krampen in het spijsverteringskanaal en andere darmklachten. Hiervoor neem je 1 deel hydrolaat op 9 delen water.
Franzbranntwein
In Oostenrijk is de Franzbranntwein een bekent middel bij gewrichtsproblemen als verzwikkingen of kneuzingen, spierpijn of gespannen spieren. Je maakt het in het voorjaar en hebt de volgende ingrediënten nodig:
- 2 handen vol verse pepermuntblaadjes
- 1 hand verse, jonge topjes van dennentakjes
- 1 hand vol andere jonge topjes van naaldboom takken of een klein potje hars
- 1 hand vol lavendel bloemen
- 1 hand vol rozemarijnblaadjes
- 15 jeneverbessen
- een groot stuk verse gember (ongeveer 5 cm)
- 1 Ltr 96% alcohol uit de apotheek (ethanol)
- 30 tot 50 mg Kamfer uit de apotheek
Snijd alles zeer fijn en doe de ingrediënten (m.u.v. de kamfer) in een grote glazen pot. Giet de alcohol erover en laat alles 3 weken trekken. Schud de fles af en toe door. Zeef de kruiden daarna uit de alcohol en druk deze goed uit zodat ook dit vocht niet verloren gaat. Doe de kamfer bij de alcohol en laat alles nogmaals 4 weken trekken. Wanneer de geur van de Franzbranntwein niet of nauwelijks naar munt ruikt, kun je hier nog een paar druppels etherische muntolie aan toevoegen. Je gebruikt dit alcohol-aftreksel niet puur op de huid maar verdunt het 1 op 1 met water. Dus van beide gelijke delen. Een andere mogelijkheid is om de Franzbranntwein in een zalf te verwerken. Voor kleine kinderen en oudere mensen is dit middel te sterk.
Zomers muntdrankje
Op een vakantie in Oman hebben we een heerlijk verfrissend drankje leren kennen met slechts een paar ingrediënten:
- vers uitgeperst limetten-sap
- suiker
- Marokkaanse munt
- water
Doe dit alles naar eigen smaak in een blender en mix het een tijdje krachtig door. Een paar ijsklontjes erbij en je hebt een verrukkelijk zomerdrankje.
- Kräuter-Rezeptbuch. Siegrid Hirsch. Freya 2012.
- Heilpflanzenpraxis Heute. Porträts - Rezepturen - Anwendung. Siegfried Bäumler. Urban & Fischer, 2007.
- Aromatherapie für Pflege- und Heilberufe; Kursbuch für Ausbildung und Praxis. Eliane Zimmermann. Haug, 2011
- Hydrolate, sanfte Heilkräfte aus Pflanzenwasser. Ingrid Kleindienst-John. Freya, 2020
- www.hunebednieuwscafe.nl/2019/05/munt
- https://nl.wikipedia.org/wiki/Munt_(geslacht)
Marjolein/ majoraan (Origanum majorana)
Marjolein wordt ook wel Marjoraan genoemd. Ze is van familie van de lipbloemigen (Lamiaceae). Haar Latijnse naam "Origanum" laat al zien dat het plantje veel weg heeft van Oregano (Origanum vulgare). Deze twee plantjes worden nog wel eens met elkaar verward. Zo horen beide tot het geslacht Oreganum en hebben uiterlijk gezien veel van elkaar weg. De smaak is echter duidelijk anders. Daar waar ik Oregano toe voeg aan mediterrane gerechten als pizza, spaghetti en lasagne gebruik ik Majoraan graag in Oostenrijks-Hongaarse gerechten als goulash of goulashsoep, vleesgerechten, paddenstoelensaus en de "bekende" Oostenrijkse Knödel.
Marjolein komt net als Oregano oorspronkelijk uit het oostelijke Middellandse Zeegebied (Turkije, Cyprus). De geslachtsnaam Origanum is afgeleid van het Griekse woord 'oraos' (= berg) en 'ganos' (= ornament, ornament). De soortaanduiding "majorana" was oorspronkelijk een Arabische plantennaam.
Zowel in Nederland als hier in Oostenrijk kom je Oregano (Origanum vulgare) ook in het wild tegen. Ze wordt ook wel Wilde Marjolein genoemd. In Oostenrijk heet dit plantje Dost. Ik kom het hier veelvuldig tegen. Op de website van "Flora van Nederland" is te lezen dat de Wilde Marjolein een kalkindicator is. Ze groeit dus graag op plekken waar kalk in de grond zit, zoals hier in de Kalkalpen. Marjolein is in Noord-Europese landen geen wild voorkomende plant maar je kunt dit struikachtige plantje wel goed in je tuin aanplanten of in potten op je terras of balkon zetten.
Marjolein houdt van een goed doorlatende en voedselrijke grond met een hoog kalkgehalte. Korrelige tot leemachtige bodems zijn ideaal. Zuiver zand wordt niet goed verdragen. De grond kun je wat luchtiger maken door middel van compost en bladaarde, en/of wat grof zand. Ze houdt van een zonnige en warme standplaats.
De smaak en de heilzame werking wordt net als bij vele andere mediterane kruiden bepaald door de aanwezige etherische olie (marjoleinolie). De blaadjes bevatten de meeste etherische olie en de concentratie hiervan is kort voor de bloei het hoogst. Idealiter verzamel je de blaadjes op dat moment. Je kunt de hele stengels op een luchtige plek in de schaduw laten drogen en er daarna de blaadjes vanaf halen. Je kunt de blaadjes ook voor het drogen van de stengels halen. Dit is iets lastiger maar het drogen gaat wel sneller.
De etherische olie bevat als belangrijkste component monoterpenolen (terpineol-4-ol, linalool) en uiteenlopende monoterpenen. Andere inhoudsstoffen die in de blaadjes voorkomen zijn flavonoïden, fenylpropaanglycosiden, lamiaaceae, tannines en triterpeenzuren. Binnen de aromatherapie is de etherische Marjolein olie een bijzondere olie die ingezet wordt bij spierkrampen en psychische belasting, bijvoorbeeld wanneer iemand last heeft van malende gedachten en negatieve stemmingen ontwikkeld. Zimmermann geeft een opsomming van de hoofdindicaties van de olie: oververmoeidheid en burn-out, angst, slaapstoringen en psychosen, hoge bloeddruk en tachycardie, epilepsie, neuralgie en migraine, reuma en artritis maar ook bijholteontsteking, bronchitis, kinkhoest en bacteriële infecties.
Het hydrolaat van Marjolein dat vrij komt bij het destillatieproces heeft een wat mildere werking dan de etherische olie. Ingrid Kleindienst-John vermeldt dat het hydrolaat een rustgevende werking heeft en helpt bij stress. In een vernevelaar kan het ook krampverminderend werken bij bronchitis. Als gorgelwater kan het bij tandpijn worden ingezet en toegevoegd aan het badwater verzacht het mogelijk reumatische klachten. Ook kun je het hydrolaat aan een anti-reumacrème toevoegen (als waterfase).
Binnen de fytotherapie is Marjolein echter geen grote medicinale plant. De HMPC (The Committee on Herbal Medicinal Products) heeft Marjolein wel geclassificeerd als een traditioneel kruidengeneesmiddel. Op basis van langjarige ervaring kan Marjolein inwendig worden gebruikt om milde spijsverteringsklachten zoals een opgeblazen gevoel en winderigheid te behandelen. Hiervoor kun je 1 tot 2 keer per dag een kopje marjoleinthee drinken voor het eten. Giet 150 ml heet water over 2 tot 4 g fijngehakte marjolein en laat het 5 tot 10 minuten trekken. Uitwendig kan Marjolein worden gebruikt voor ontsteking in de neusingang. Hiervoor kun je de volgende marjoleinzalf maken:
Marjolein-zalf
Maal de gedroogde bladeren van Marjolein in een vijzel fijn tot poeder. Smelt eenzelfde hoeveelheid roomboter in een pannetje, roer de poeder door de boter en giet vervolgens de nog warme vloeistof door een theezeef in een potje. Het mengsel hardt uit als het afkoelt. De marjolein-boter is enkele maanden houdbaar in de koelkast. Bij verkoudheid en uitgedroogde slijmvliezen neem je een hoeveelheid ter grootte van een erwt dat je in de ingang van het neusgat wrijft.
Heb je Majoraan in je tuin en vind je het leuk om deze te verwerken kun je denken aan een kruidenolie, eventueel samen met andere (verse of gedroogde) kruiden, knoflook en chilipeper:
Kruidenolie
- goede olijfolie
- een paar stengels verse kruiden of 2 eetlepels gedroogde kruiden: als Marjolein, Basilicum, Bonenkruid, Oregano, Estragon, Peterselie, Rozemarijn, Salie, Tijm en/of Hysop
- knoflook
- chilipeper
Doe de olie samen met de kruiden in een fles of pot en laat deze tenminste drie dagen trekken. Zorg ervoor dat de kruiden onder de olie staan. Na een paar dagen zeef je de kruiden eruit. Hoe meer kruiden, hoe sterker de smaak. Zet de olie niet in de zon maar bij kamertemperatuur weg en laat deze niet weken trekken want dan wordt de olie ranzig en gaat de smaak en de gezonde werking verloren.
- Aromatherapie für Pflege- und Heilberufe; Kursbuch für Ausbildung und Praxis. Eliane Zimmermann. Haug, 2011
- Hydrolate, sanfte Heilkräfte aus Pflanzenwasser. Ingrid Kleindienst-John. Freya, 2020
- https://www.floravannederland.nl/planten/wilde_marjolein
- https://arzneipflanzenlexikon.info/index.php?de_pflanzen=181
Oregano (Origanum vulgare)
Dit plantje roept meteen beelden op van Italiaanse pizza`s en Griekse salades. In de mediterrane keuken mag Oregano dan ook niet ontbreken. Oorspronkelijk komt dit kruid ook hier vandaan evenals uit andere landen rond het middellandse zeegebied zoals Turkije. De geslachtsnaam Origanum is afgeleid van het Griekse woord 'oraos' ( berg) en 'ganos' ( ornament of versiering). De soortaanduiding "vulgare" betekent "algemeen voorkomend".
Origanum vulgare is dus een plantje dat de bergen versiert. Ook hier in Oostenrijk kom ik haar geregeld tegen op de berg maar ook aan de rand van de weg, in het bos of op een helling of talud. Niet in de wei want ze groeit het liefst op zonnige, warme standplaatsen met goed doorlatende, magere, kalkrijke grond. In Oostenrijk wordt de Oregano die in het wild groeit "Dost" genoemd, in Nederland "Wilde marjolein". En ja, dit plantje groeit ook in Nederland in het wild. De meeste kans om Oregano in het wild tegen te komen heb je in Limburg. Ook langs de grote rivieren en in Zeeland kun je dit heerlijk geurende kruid vinden. Woon je hier niet in de buurt dan kun je Oregano ook in je tuin planten of in bakken op het balkon of terras. Ze staat het liefst op een zonnige en warme plek. Oregano houdt net als Marjolein van een goed doorlatende, losse, korrelige en voedselrijke grond met een hoog kalkgehalte. Zuiver zand wordt niet goed verdragen. De grond kun je wat luchtiger maken door middel van compost en bladaarde, en/of wat grof zand. Oregano is een overblijvend kruid dat elk jaar opnieuw uitloopt. Ze behoort net als Marjolein tot de lipbloemenfamilie.
De blaadjes hebben een zeer sterke en licht zoete, scherpe, pittige geur en smaak. Het kruid past goed in sauzen, soepen, pizza, lasagne en andere Italiaanse gerechten, salades, tomatengerechten, stoofschotels en andere vleesgerechten. Je vindt Oregano in kruidenmengsels voor pizza, chili con carne en Italiaanse kruidenmix.
Oregano ruikt heerlijk als je er met je handen overheen strijkt. Het zijn de etherische oliën die vrijkomen en die verantwoordelijk zijn voor de geur. Ze worden gevormd en opgeslagen in speciale klierharen op het bladoppervlak van de oreganoplant en in geval van verwonding of aanval vrijgegeven. De etherische olie beschermt de plant zelf tegen vraat en werkt als afweer tegen ziekteverwekkers als bacteriën, schimmels of virussen. Aan de andere kant zorgt de olie er juist ook voor dat insecten zoals bijen aangetrokken worden, die nodig zijn voor de bestuiving en voortplanting van de plant. Etherische oliën spelen een belangrijke rol voor het overleven van planten.
De anti-microbiële eigenschappen van de etherische oregano-olie beschermt niet alleen de plant zelf tegen bacteriën, schimmels en virussen ook binnen de aromatherapie wordt dankbaar gebruik gemaakt van deze werking. Zimmermann geeft aan dat oregano-olie ook wel als "natuurlijk antibioticum" wordt aangemerkt vanwege de extreem sterke kiemdodende werking. Het hoofdbestanddeel van de etherische oregano-olie bestaat uit het stofje Carvacrol (61 -83%). De olie werkt sterk tegen, bacteriën, schimmels, parasieten en virussen. Het bevordert de doorbloeding, de bloeddruk en het immuunsysteem en werkt pijnstillend. Oregano-olie wordt binnen de aromatherapie ingezet voor het afweren van infecties in het algemeen en ter behandeling van o.a. darm-, keel-, nier- en blaasinfecties in het bijzonder. De olie werkt sterk irriterend voor de huid en slijmhuid en de juiste verdunning is dan ook zeer belangrijk. Langdurig inwendig gebruik van de olie kan ook de gezonde darmflora aantasten.
Oregano bevat naast de etherische olie ook flavonoïden en fenolische carbonzuren. Ondanks de sterke werking van de etherische olie hebben onafhankelijke commissies (ESCOP, HMPC en de Commssie-E) Oregano niet als traditioneel geneesmiddel geclassificeerd. De Commissie E is een onafhankelijke commissie van wetenschappelijke deskundigen voor kruidengeneesmiddelen van het voormalige Federaal Gezondheidsbureau (BGA) en het huidige Federaal Instituut voor Geneesmiddelen en Mediciale middelen (BfArM) in Duitsland. Deze commissie adviseert over de registratie van traditionele geneesmiddelen en geneesmiddelen met speciale therapeutische richtingen. In de volksgeneeskunde wordt Oregano echter wel gebruikt, bijvoorbeeld bij ademhalingsproblemen (hoesten, bronchitis), spijsverteringsstoornissen en buikklachten.
Het Oregano hydrolaat werkt milder dan de etherische olie maar er dient alsnog voorzichtig mee te worden omgesprongen. Test het eerst uit op je onderarm en verdun het zo nodig met water. Het hydrolaat wordt ingezet bij de huidverzorging van de onzuivere, ontstoken of geïrriteerde huid als tonic of in de vorm van kompressen. Door zijn sterke anti-microbiële eigenschappen wordt het ook gebruikt bij kleine wondjes of insectenbeten. Het hydrolaat wordt ook aangeboden op internet als gorgeloplossing of om mee te inhaleren ter voorkoming van of ter ondersteuning bij luchtweginfecties. Test het eerst goed uit en verdun het hydrolaat indien dit nodig is met water.
Net als Marjolein kun je ook oregano verwerken in een kruidenolie, eventueel samen met andere (verse of gedroogde) kruiden, knoflook en chilipeper. Hieronder vind je het recept:
Kruidenolie
- goede olijfolie
- een paar stengels verse kruiden of 2 eetlepels gedroogde kruiden als: Oregano, Marjolein, Basilicum, Bonenkruid, Estragon, Peterselie, Rozemarijn, Salie en/of Hysop
- knoflook
- chilipeper
Doe de olie samen met de kruiden in een fles of pot en laat deze tenminste drie dagen trekken. Zorg ervoor dat de kruiden onder de olie staan. Na een paar dagen zeef je de kruiden eruit. Hoe meer kruiden, hoe sterker de smaak. Zet de olie niet in de zon maar bij kamertemperatuur weg en laat deze niet weken trekken want dan wordt de olie ranzig en gaat de smaak en de gezonde werking verloren.
- Aromatherapie für Pflege- und Heilberufe; Kursbuch für Ausbildung und Praxis. Eliane Zimmermann. Haug, 2011
- https://arzneipflanzenlexikon.info/index.php?de_pflanzen=226
- https://shop.felslindenhof.at/products/oreganohydrolat-100ml-500ml?srsltid=AfmBOooZqcxdJ_f9ambJV_EnFG5P1OtnzlEU12a-C2S1KRLP0E8m2Lid
Peterselie (Petroselinum crispum)
Je zou het wellicht niet meteen denken omdat ze geen grote zonaanbidder is, maar ook de Peterselie komt oorspronkelijk uit het oostelijke Middellandse Zeegebied. De naam "Peterselie" is samengesteld uit de Griekse woorden "petra" (rots) en "selinon" (selderij). Vrij vertaald betekent de naam dan zoveel als "selderij die op rotsen groeit". De soortnaam "crispum" betekent "gekruld".
Bij ons komt dit kruid niet in het wild voor maar ik denk dat je Peterselie in de meeste groentetuinen wel tegen komt. Peterselie staat het liefste in de halfschaduw en doet het bij goed in de tuin op alle soorten grond, mits deze voldoende vocht kan vasthouden. Met wat extra compost kan ze uitbundig groeien. Wanneer je veel Peterselie hebt, kun je overwegen om een deel in te vriezen. Ik snijd de Peterselie voor het invriezen al klein. Als ze bevroren is kun je er makkelijk een stuk voor gebruik vanaf breken. Andere doen de fijngesneden blaadjes in ijsblokjesvormpjes in de diepvries met een beetje water erover.
Peterselie is een schermbloemige, net als o.a. de Maggiplant en Selderij. Het blad van Peterselie en Selderij lijken enigszins op elkaar maar de smaak is heel anders. De frisse smaak en de felgroene kleur van Peterselie blad maakt het tot een populair, veelzijdig en decoratief keukenkruid. Het heeft een iets minder uitgesproken smaak dan de typische mediterrane kruiden als Oregano, Basilikum of Tijm waardoor het makkelijker aan tal van gerechten kan worden toegevoegd.
Er zijn drie soorten Peterselie in omloop
- Krulpeterselie (P. crispum var. crispum) met gekroesde bladen wordt zowel gebruikt als garnering als in gerechten.
- Bladpeterselie of platte peterselie (P. crispum var. neapolitanum) heeft gladde bladeren en heeft een iets fijnere smaak dan krulpeterselie.
- Wortelpeterselie (P. crispum var. tuberosum). Hiervan wordt de penwortel gegeten die zo`n 15 cm lang is. net als veel andere wortels van kruiden oogst je de wortel in de herfst (voor de eerste vorst). De Wortelpeterselie is een eigen soort. Van krulpeterselie en bladpeterselie is de wortel niet eetbaar.
Peterselie bevat van allerlei inhoudsstoffen die een positieve bijdrage leveren aan onze gezondheid:
- etherische olie,
- veel vitamine C, bèta-caroteen (provitamine A), vitamine E (beschermt cellen tegen vrije radicalen en veroudering), vitamine K en foliumzuur (belangrijk zijn voor de bloedstolling)
- ijzer en zink, magnesium, calcium en kalium
Peterselie is één van de weinige keukenkruiden met een belangrijke medicinale werking. Al in de oudheid werd ze gewaardeerd vanwege de urinedrijvende en menstruatiebevorderende werking. Haar betekenis als heilzaam kruid voor de urinewegen is tot aan de dag van vandaag bewaard gebleven. Ook in de huidige natuurgeneeskunde wordt Peterselie ingezet. Het zorgt ervoor dat de nieren worden gestimuleerd om extra vocht af te geven zodat de urineleiders en blaas goed doorgespoeld worden en ziekteverwekkers als bacteriën uitgespoeld worden. Dit voorkomt ontstekingen en de vorming van nier- en blaasstenen. Hiervoor verantwoordelijk is met name de etherische olie.
Deze olie zorgt ook voor een hogere spierspanning van gladspierweefsel en heeft een baarmoeder-prikkelend effect. Met name het stofje Apiol is hiervoor verantwoordelijk. In hogere dosering werkt de olie samentrekkend op de gladde spieren van de darm, blaas en in het bijzonder de baarmoeder. In de verloskunde speelde Peterselie vroeger een belangrijke rol bij het opwekken van gecompliceerde geboorten maar ook bij het beëindigen van ongewenste zwangerschappen. Met name de zaadjes werden hiervoor gebruikt. Deze hebben een hoger Apiolgehalte. Ook werd Peterselie gebruikt bij menstruatieklachten, om de menstruatie te bevorderen, de melkproductie na de geboorte te stimuleren en tegen maagklachten.
Volgens Bäumler heeft de etherische olie daarnaast ook een licht antibacterieel effect tegen streptokokken en kan het sap van het kruid bij insectenbeten verlichting brengen. Peterselie kan tevens helpen bij een slechte adem vanwege de aanwezige etherische oliën en het groene plantenpigment chlorofyl. Samen hebben ze een antibacteriële werking en verdrijven ze de ziektekiemen die verantwoordelijk zijn voor een vervelende geur. Binnen de Aromatherapie wordt de etherische olie echter niet gebruikt. Het is hoog giftig vanwege het aanwezige Myristicine (7-33%) en Apiol (tot 18%) en heeft een hoge abortieve werking.
Peterselie-olie
- 25-50 g Peterselie
- 125 ml zonnebloem of distelolie
Maal de Peterselie fijn met een staafmixer en doe dit vervolgens samen met de olie in een steriele fles. (Je kunt een fles steriel maken door deze uit te koken of in de over bij 200 graden 15 minuten te verwarmen.) Laat de peterselie-olie 1-3 dagen trekken voor gebruik. De blaadjes blijven in de olie. Deze super gezonde Peterselie-olie levert niet alleen vitamine C en E maar smaakt ook nog eens heerlijk in dipsausjes of over een salade zoals een tomatensalade. Een recept voor een andere kruidenolie vind je hierboven bij de "Oregano".
Doorspoelthee
- een hand vol fijn gesneden verse peterselie
- 1 eetlepel fijn gehakte of gemalen Heermoes (evt. fijngemalen in een vijzel)
- 1 eetlepel Guldenroede
- 1/2 ltr water
Doe de fijngesneden Peterselie, de Heermoes en het water in een pannetje en breng dit aan de kook. Laat het vervolgens 3 minuten zachtjes doorkoken en doe dan het vuur uit. Voeg de Guldenroede toe en laat alles toegedekt 10 minuten trekken. Zeef de thee en drink deze met kleine slokjes. Je kunt er ook een een lepeltje honing aan toevoegen. Als kuur kun je de thee 2 weken lang iedere dag drinken. Volgens Eva Asschenbrenner ondersteun je hiermee je nieren bij het ontgiften van je lichaam. Zorg er ook voor dat je voldoende extra water drinkt bij een doorspoelkuur.
- Kräuter-Rezeptbuch. Siegrid Hirsch. Freya 2012.
- Heilpflanzenpraxis Heute. Porträts - Rezepturen - Anwendung. Siegfried Bäumler. Urban & Fischer, 2007.
- Aromatherapie für Pflege- und Heilberufe; Kursbuch für Ausbildung und Praxis. Eliane Zimmermann. Haug, 201
- https://www.ndr.de/ratgeber/gesundheit/Petersilie-die-unterschaetzte-Heilpflanze-,petersilie164.html
- https://www.aok.de/pk/magazin/ernaehrung/lebensmittel/so-gesund-ist-petersilie/
- Die kräuterapotheke Gotte, Sammeln und anwenden. Eva Aschenbrenner. Kosmos 2010.
Salie (Salvia officinalis)
De Echte Salie hoort thuis in het rijtje van Oregano, Tijm, Rozemarijn, Marjolein, Basilicum en Hysop. Allemaal planten uit de lipbloemenfamilie en allemaal favoriete keukenkruiden vanwege hun heerlijke aroma, afkomstig van de grote hoeveelheid etherische olie die deze kruiden bevatten. Deze typische Middellandse-zee-kruiden worden graag gebruikt om aan gerechten een extra pep te geven.
Dat het niet alleen een heerlijk keukenkruid is maar ook geneeskrachtige eigenschappen heeft, kun je afleiden uit haar naam. De naam Salvia komt van het Latijnse woord "Salvare" wat "genezen" betekent. Ook de soortnaam "officinale" geeft aan dat het een medicinale plant was die in de apotheek werd verkocht. Salie werd in Midden-Europa in de Middeleeuwen graag in medicinale kloostertuinen aangeplant en genoot daar hoog aanzien.
Het kruid groeit oorspronkelijk op zonnige berghellingen en kalkachtige bodem rondom de Middellandse-zee, langs de Adriatische kust, Albanië, Griekenland en Turkije. Op het Kroatische eiland Krk kwamen we op de markt Saliehoning tegen. Een zeer bijzondere honing die afkomstig is van de wilde Salie die er overal groeit. Bij ons kom je de Salvia officinalis niet in het wild tegen. Wel zijn er andere soorten Salie te vinden zoals de Veldsalie (Salvia pratensis) met haar prachtige paarse bloemen. De blaadjes zijn eetbaar maar missen de heerlijke kruidige smaak van de Echte Salie. Hier in Oostenrijk heb je daarnaast ook nog in wild het voorkomend de Kleverige Salie (Salvia glutinosa) met haar gele bloemen. Beide soorten kom je hier veelvuldig tegen. De Veldsalie vooral in de velden, de Kleverige Salie veelal in het bos. Twee andere wilde Salie soorten zijn de Steppen-Salie (Salvia nemorosa) en de zeer zelden voorkomende Oosterrijkse-Salie (Salvia austriaca). Beide heb ik hier nog nooit gezien. In de Flora helvetica, waar alle voorkomende kruiden in de Alpen worden beschreven worden nog een paar andere saliesoorten genoemd waaronder de Muskaatsalie of Scharlei (Salvia sclarea) met haar prachtige bloemen.
Gelukkig doet de Salie het ook best goed in de tuin en kun je ze zelf aanplanten of in bakken op het terras of balkon zetten. Salie is een kruid dat in je kruidentuin niet mag ontbreken. Als mediterrane plant houdt ze van zon en een vrij droge, kalkhoudende grond die niet veel voedingsstoffen bevat. De grond moet echter niet te veel uitdrogen. Ze behoud in de winter welliswaar haar blaadjes maar deze bevatten minder smaak dan de blaadjes in de zomer. Mocht je genoeg planten hebben, droog dan een aantal bladeren als theevoorraad voor in de winter.
Daar waar de Peterselie binnen de volksgeneeskunde werd gebruikt om de melkproductie op gang te brengen werd Salie vroeger juist ingezet om deze te reduceren. Salie staat er ook om bekend dat ze de zweetproductie afremt. Hiervoor kun je extracten van de plant zoals een infusie of een tinctuur, zowel in- als uitwendig gebruiken. Zo kunnen voetbaden en voetdeo’s met Salie helpen bij zweetvoeten. Ook een zelfgemaakte deodorant met een Salie-extract of een hydrolaat kan de zweetproductie verminderen. Bovendien werkt een hydrolaat van Salie gecombineerd met een pepermunt-hydrolaat als body-spray heerlijk verfrissend in de zomer.
Tijdens de menopauze hebben veel vrouwen last van opvliegers en zweetaanvallen. Salie kan hier op een heel natuurlijke manier hulp bieden in de vorm van een thee of tinctuur. Salie bevat fytohormonen die een lichte oestrogeenachtige werking hebben. Vroeger werd het kruid ook gebruikt om de menstruatiecyclus te reguleren.
Maar Salie kan nog meer. Als thee om mee te gorgelen wordt ze graag gebruikt bij keelpijn, hoest en andere symptomen van verkoudheid evenals bij ontsteking van het tandvlees en de mondslijmhuid. De etherische olie heeft een antibacteriële, antivirale en schimmelwerende werking. De ontsmettende werking wordt ondersteunt door de samentrekkende werking van de looistoffen. Deze zorgen ervoor dat de slijmhuid samentrekt en ziekteverwekkers minder kans krijgen binnen te dringen.
De etherische olie en de aanwezige bitterstoffen hebben bovendien een gunstig effect op de spijsvertering. Salie kan dienst doen bij problemen als een opgeblazen gevoel, krampen of winderigheid, ontsteking van de darmslijmhuid en diarree. De geneeskrachtige plant helpt net als veel andere keukenkruiden bij het opwekken van de eetlust en ondersteunt de spijsvertering.
De etherische olie van Salie bevat bevat echter ook het stofje Thujon dat in grote hoeveelheden giftig kan zijn. Drink daarom niet meer dan 1-2 kopjes thee per dag en maak na 3 weken een pauze van een paar weken. Overmatige consumptie kan namelijk juist leiden tot maagklachten, misselijkheid en andere spijsverteringsproblemen. Vooral mensen met een maagzweer of andere maagproblemen wordt afgeraden om grote hoeveelheden Salie te consumeren. Ook voor zwangere vrouwen is een kuur met Salieblad niet geschikt.
Bij normaal gebruik van het kruid als thee of in de keuken zijn van Salie echter geen negatieve bijwerkingen te verwachten. In tegendeel, Salie heeft juist veel positieve eigenschappen.
Binnen de Aromatherapie waar de heilzame eigenschappen van de etherische olie worden ingezet bij lichamelijke klachten, wordt voorzichtig omgesprongen met Salie-olie. Volgens Zimmermann kan de olie bij inname abortief en neurotoxisch werken en krampen (epilepsie) veroorzaken. De etherische olie wordt door aromatherapeuten ingezet bij o.a. bijholteontsteking, angina, griep, bronchitis, ontsteking van de zenuwen, meningitis, overgangsverschijnselen, zweetvoeten, te hoge melkproductie en herpes. Oliën met een hoog Thujon gehalte (40-80%) moeten echter vermeden worden.
Saliehydrolaat
Het hydrolaat van Salie is volgens Ingrid Kleindienst-John hoog werkzaam. Je kunt het gebruiken om te gorgelen bij keelpijn, bij opvliegers in de menopauze of als deodorant. Vanwege de samentrekkende werking kan het hydrolaat ook als tonic na het scheren worden gebruikt of bij acne. Ook bij vette haren kan het hydrolaat als haarwater ondersteunend werken. Voor inwendig gebruik verdun je het hydrolaat. Neem hiervoor 1 eetlepel hydrolaat op 250 ml water.
Roken met salie
Houd je van smudgen of roken dan is Salie ideaal. Je kunt hiervoor de gedroogde blaadjes van de Echte salie gebruiken of een smudgestick maken van de salietwijgen, eventueel gecombineerd met andere kruiden. De Native Americans gebruiken de witte salie tijdens zuiveringsceremonies. Het verwijdert zware, negatieve energieën en wordt gebruikt bij het reinigen van de aura en de omgeving. Ze ruikt kruidig, licht harsachtig met een vleugje citroen.
Salie is een keukenkruid dat je zowel vers als gedroogd aan tal van gerechten kunt toevoegen maar vers is ze toch echt het lekkerst. Denk bijvoorbeeld aan vlees- en pasta gerechten, pizza of groenteschotels. Het smaakt heerlijk bij uitgebakken aubergine of moussaka. Fijn gesneden blaadjes bak je in een beetje olie of boter zodat ze heerlijk crunchy worden en je ze als lekkere deco over je gerechten kunt strooien. Vanavond staat bij ons het volgende gerecht op het menu met zelfgemaakte Tagliatella:
Saliesaus
- Teentje knoflook
- Chilipeper
- 80g Parmaham
- 3 el olijfolie
- 1 El Boter
- 10 Salieblaadjes (klein gesneden)
- 30 g Italiaanse harde kaas (bijv. Parmesaan of Grana Padano, geraspt)
Doe in de tussentijd de boter en de olie in een pan en voeg hier de rest van de ingrediënten aan toe en bak deze kort aan (2 minuten) m.u.v de harde kaas. Die rasp je er op het laatst overheen. Serveer de saus met een pasta zoals bijvoorbeeld Tagliatella.
Malfati met Salie
- 500 g spinazieblaadjes
- 80 witte uien
- 100 g boter
- 90 g Parmezaanse kaas
- Zout
- 250 g Ricotta
- 3Biologische eieren
- 2Biologische eidooiers
- 230 g bloem
- Peper
- Nootmuskaat
- Meel
- 12 blaadjes salie
Snijd de uien fijn en bak ze in een grote pan in 20 g boter glazig. Was de spinazie en doe deze druipnat in een pan. Kook de spinazie tot de blaadjes zijn geslonken en laat ze daarna uitlekken in een zeef. Knijp de afgekoelde spinazie goed uit en hak deze fijn. Rasp de Parmezaanse kaas fijn. Verhit de resterende boter tot deze goudbruin is. Roer de ricotta, 70 g Parmezaanse kaas, eieren en eidooiers met een houten lepel tot een gladde massa. Voeg de spinazie en de uien toe en roer geleidelijk de bloem erdoor, breng op smaak met zout, peper en nootmuskaat. Maak van het mengsel 4 porties. bestrooi je werkblad met bloem en maak 4 rollen met een diameter van zo`n 3 cm. Snij hiervan vervolgens met een mes stukjes af van ongeveer 1,5 cm dik. Vorm ieder stukje tot een mooi rolletje. op internet kun je zoeken hoe de Mafatti eruit "hoort" te zien. Breng ruim gezouten water aan de kook. Voeg Malfatti toe en laat deze ongeveer 5 minuten zachtjes sudderen op middelhoog vuur. Verhit intussen de boter, voeg de salieblaadjes toe en rooster deze kort tot ze krokant zijn. Proef of de Malfatti goed gaar is en haal ze daarna met een schuimspaan uit het water. Laat ze goed uitlekken en leg ze op een voorverwarmde schaal. Giet hierover de salieboter en bestrooi de Malfatti met de Parmezaanse kaas. Serveer dit gerecht met een salade van verschillende soorten sla en/of de tomaten-mozzarella-basilicum salade (kijk voor het recept bij Basilicum hierboven).
- Heilpflanzenpraxis Heute. Porträts - Rezepturen - Anwendung. Siegfried Bäumler. Urban & Fischer, 2007.
- Aromatherapie für Pflege- und Heilberufe; Kursbuch für Ausbildung und Praxis. Eliane Zimmermann. Haug, 201
- https://www.orthofyto.com/orthomoleculair//salie-effectief-bij-opvliegers-menopauze
- https://www.kleingaertner.at/service/zeitschrift/kleingaertner-juni-2022/heimische-salbei-arten#:~:text=Quirl%2DSalbei%2C%20Ungarn%2DSalbei%2C%20%C3%96sterreich%2DSalbei&text=Auch%20die%20zwei%20weiteren%20in,sind%20beide%20Arten%20stark%20gef%C3%A4hrdet.
Selderij (Apium graveolens)
Selderij, selderie of selder is weer een plant uit de schermbloemenfamilie (Apiaceae). Over de afkomst van de naam Apium zijn meerdere zichtwijzen in omloop. Het is mogelijk afgeleid van "pioon" dat "glanzig" betekent, vanwege de glans op de bovenkant van de bladen. Ook wordt als mogelijke afkomst het Latijnse woord “apis” genoemd dat “bij” betekent. Graveolens betekent in ieder geval “sterk geurend” van “gravis = sterk” en “olere = ruiken”.
Met veel geluk kun je Selderij in het wild tegen komen. De soort staat op de Nederlandse Rode lijst van planten als vrij zeldzaam en zeer sterk afgenomen. Deze plant komt in Nederland voor langs de kust op natte, enigszins zilte tot brakke grond en soms langs sloten. Op Waarneming.nl en www.wilde-planten.nl kun je zien waar het kruid in Nederland zoal is gespot. Op Wikipedia lees ik dat de de wilde Selderij het liefst groeit op zoute gronden in de buurt van de kust en moerassen.
Selderij is van oorsprong afkomstig uit het Middellandse Zeegebied en aangrenzende regio's, waaronder Noord-Afrika en West-Azië. In Midden-Europa komt ze voor aan kusten en bij kwelders in het binnenland. In Oostenrijk is de wilde vorm, als die ooit heeft bestaan, uitgestorven. In de Flora Helvetica, de plantengids met wilde planten in de Alpen, staan wel de Apium nodiflorum en Apium repens vermeld die zeer zelden voorkomen in moerasachtige gebieden. Ze worden ook wel Eppich genoemd.
De Selderij die je in de winkel kunt kopen zijn geteelde variëteiten. Je hebt:
- Blad- of Snijselderij (Apium graveolens var. Secalinum)
- Bleekselderij (Apium graveolens var. Dulce)
- Knolselderij (Apium graveolens var. Rapaceum)
Omdat het hier over keukenkruiden gaat bespreek ik nu alleen de Bladselderij verder. De Bladselderij is niet zo heel erg veeleisend aan de grond als ze maar humusrijk en vocht vasthoudend is. De grond moet in ieder geval niet te droog zijn. Selderij groeit zowel in de zon als in de halfschaduw. Je kunt de stengels naar harte lust oogsten. Staat ze op een goede plek dan groeien de blaadjes tot aan de winter het hele jaar na. Snijd wel een paar centimeter boven het hart want anders loopt de plant niet meer uit. Selderij plant je het beste ieder jaar opnieuw want in het tweede jaar vormt ze bloemen en weinig blad. Tenzij je de zaadjes wilt verzamelen. Dan moet je juist wachten tot het tweede jaar.
Je kunt Selderijblad drogen maar ook invriezen gaat goed. Het beste snijd je de blaadjes al voor het invriezen fijn. Deze fijn gesneden blaadjes kun je los in een bakje in de diepvries doen of in ijsblokjesvormpjes met een beetje water.
Selderij zit qua smaak een beetje tussen Lavas en Peterselie in. Het heeft een iets sterkere smaak dan Peterselie maar weer iets milder dan Lavas. Het wordt graag als soepgroente of aan bouillon toegevoegd. Een mengsel van gedroogde bladeren met keukenzout wordt verkocht als selderijzout.
Selderij is rijk aan vitamines, mineralen en vezels. Het bevat voornamelijk vitamine K, sommige B-vitamines, vitamine C, kalium, calcium, magnesium en essentiële oliën die verantwoordelijk zijn voor de smaak. De aanwezige bitterstoffen wekken eetlust opwekkend. Ze stimuleren de afgifte van spijsverteringssappen en de darmmobiliteit.
Selderij is geen grote medicijnplant maar werd in de volksgeneeskunde wel gebruikt als diureticum om de nieren te stimuleren om meer vocht af te scheiden. Ze werden ingezet bij blaas- en nierproblemen maar ook bij reuma en jicht. Met name de zaadjes werden hiervoor gebruikt. Echter ook het blad en de knol hebben een diuretische werking. Ook noemt Bäumler de pijnstillende werking van de etherische olie van Sellerie.
Kijken we wat de aromatherapie over het gebruik van de etherische olie zegt dan zien we dat deze wordt ingezet bij Nier en leverinsufficiëntie, hepatitis, schimmelinfectie van de huid, ter ondersteuning bij vasten, reumatische artritis, jicht, burn-out en angsten, aambeien en uitblijvende menstruatie. Zimmermann vermeld ook dat het wordt gebruikt ter vermindering van ouderdomsvlekken. Ze geeft aan dat de etherische olie de ontgiftende werking van de lever stimuleert en een goed “reinigingsmiddel” is in een voorjaarskuur.
Je kunt Selderij blad en stengels dus ideaal gebruiken in een voorjaars- of vastenkuur. Ze bevat weinig calorieën en ondersteund het zelfreinigend vermogen van je lichaam. Wil je de Selderij houdbaar maken kun je naast Selderijzout ook denken aan een bouillonpasta of een groentebouillon.
Bouillonpasta
- 150 g prei
- 100 g bleekselderij
- 100 g Koolrabi
- 100 g peterseliewortel
- 100 g Knolselderij
- 100 g wortelen
- 100 g ui
- 1 teentje knoflook
- 30 g peterselie, vers
- 30 g frisse Bladselderij
- 100 g zout - als natuurlijk conserveermiddel
- 1 el marjolein, gedroogd
- 1 el peterselie, gedroogd
- 1 snufje nootmuskaat, vers geraspt
- 1-2 el plantaardige olie (bijv. koolzaadolie of zonnebloemolie)
Was de prei goed schoon (ook binnenin en tussen de bladeren). Was de bleekselderij en trek eventueel de draden aan de buitenkant weg. Snijd beide groentes in dunne schijfjes. Schil de koolrabi, selderijknol en wortels en snijd alles in kleine blokjes. Snijd de uien en de knoflook klein en hak de peterselie en bladselderij fijn. Verwarm de olie in de pan en voeg alle gesneden groente toe. Roerbak alles zolang tot de groente licht gebruind is. Voeg daarna het zout toe, roer dit goed door, doe een deksel op de pan en laat het op een zacht vuurtje garen tot de groente zacht is (ongeveer 10 minuten). Doe de gedroogde Peterselie en Marjolein erbij evenals een snufje nootmuskaat. Vervolgens pureer je alles met een staafmixer tot een fijne consistentie. Doe de hete pasta in goed gesteriliseerde jampotjes en zet ze een tijdje op hun kop. Je kunt het ook in ijsblokjesvorm in de diepvries bewaren.
Groentebouillon
- 3 kleine uien
- 1/2 knolselderij
- 2-3 middelgrote wortelen
- 1 prei
- 1 teentje knoflook
- 1/2 bosje bladselderij
- 1/2 bosje bladpeterselie
- 3 takjes tijm
- 2 el olijfolie, extra vierge
- 2 laurierblaadjes
- 1 tl zwarte peperkorrels
- 2,5 l water
- Zeezout naar smaak
Maak de groente goed schoon, schil of rasp de schil indien nodig en snijd alles aan stukjes. Pel de knoflook en druk deze door een knoflookpers of snijd het teentje in kleine stukjes en plet deze vervolgens met een groot mes. Was de peterselie en tijm samen met de stelen en schud droog. Verhit de olijfolie in een pan (bijvoorbeeld gietijzer) met een inhoud van ongeveer 4-5 liter op een middelhoog vuur en bak hierin eerst de ui glazig. Voeg er vervolgens de bleekselderij- en wortelstukjes aan toe en bak deze 4-5 minuten mee, af en toe roeren. Voeg de prei en knoflook toe en bak ook deze nog 3 minuten mee. Het mag een beetje aan de bodem aankoeken maar zorg ervoor dat het niet aanbrand. Voeg de peterselie en tijm, de laurierblaadjes en peperkorrels toe en een flinke scheut water zodat de bodem van de pan net bedekt is. Schraap de restjes van de bodem met een houten lepel en giet daarna pas het resterende water erbij. Doe een deksel op de pan en breng het water aan de kook. Verlaag de temperatuur vervolgens op de laagste stand en laat de groentebouillon ongeveer 30-40 minuten zachtjes pruttelen. Zeef de bouillon daarna door een zeer fijne zeef of theedoek en knijp de groenten voorzichtig uit. Breng de bouillon op smaak met zout. Je kunt deze bouillon direct gebruiken of in in steriele glazen potten bewaren. Zelf vries ik bouillon het liefst in.
- Heilpflanzenpraxis Heute. Porträts - Rezepturen - Anwendung. Siegfried Bäumler. Urban & Fischer, 2007.
- Aromatherapie für Pflege- und Heilberufe; Kursbuch für Ausbildung und Praxis. Eliane Zimmermann. Haug, 201
- Flora Helvetica. Konrad Lauber en Gerhart Wagner. Haupt, 2014
Echte Tijm (Thymus vulgaris)
Tijm is ook zo´n heerlijk kruid. En wat bloeit ze mooi met die kleine zachtroze bloembolletjes. Tijm is weer een plant uit de lipbloemenfamilie (Lamiaceae). Over de geslachtsnaam Thymus is men het er niet geheel over eens waar deze van is afgeleid. Vaak wordt verwezen naar het Griekse woord thyein, wat "roken" of "wierook" betekent omdat de plant in de oudheid graag bij rookceremonies werd gebruikt. In het oude Egypte werd ze al gebruikt als toevoeging voor balsems en de Romeinen deden Tijm in hun baden. Men geloofde dat Tijm Romeinse krijgers moed en kracht gaf. Ook in de volksgeneeskunde was Tijm een geliefd kruid. Hiervoor werd met name de Echte Tijm gebruikt.
Wereldwijd bestaan er wel 300 verschillende soorten Tijm. Hoewel we Tijm vooral met het Middellandse zeegebied associëren, komen ook bij ons van nature een aantal soorten in het wild voor. Zo vinden we in Nederland en België:
- Grote tijm (Thymus pulegioides)
- Kleine tijm of kwendel (Thymus serpyllum)
- Kruiptijm (Thymus praecox)
De Grote Tijm komt vaker voor dan de andere twee soorten die zeldzamer zijn. In Oostenrijk kom ik de "Quendel", zoals de wilde "Thymus serpyllum" hier wordt genoemd, veelvuldig tegen. Net als de Oregano groeit ze in de bergen maar ook aan de rand van de weg, in het bos of op een helling of talud, op zonnige, warme standplaatsen. Ook in de Alpen komen nog andere wilde Tijmsoorten voor. Voor de Echte Tijm (Thymus vulgaris) moeten we echter verder naar het zuiden. Van oorsprong vind je haar niet in Noord-Europa. Echte Tijm komt van nature voor in het Middellandse Zeegebied en Klein-Azië. In het wild groeit dit kruid op droge hellingen en rotsachtige gebieden. Het heeft een voorkeur voor een zonnige plek en kalkrijke, zanderige bodems. Tijmsoorten zijn meerjarige, kleine half-struiken die aan de basis verhouten.
Hoewel ook de andere Tijmsoorten een geneeskrachtige werking hebben wordt binnen de fytotherapie vooral gebruik gemaakt van de Echte Tijm (Thymus vulgaris). Je kunt dit plantje in je tuin aanplanten op een grond die luchtig is, niet te lang nat blijft en niet veel voedingsstoffen bevat. Wel heeft ze behoorlijk wat vocht nodig maar ze houdt niet van natte voeten. Dit geldt ook voor de andere tijmsoorten zoals bijvoorbeeld de Citroentijm (Thymus citriodorus).
Binnen de volksgeneeskunde werd Tijm gebruikt voor wondbehandeling, astma, ademnood, vergiftigingen, menstruatieklachten en hoofdpijn. De belangrijkste werkzame stof is in de eerste plaats de etherische olie die voornamelijk bestaat uit de monoterpenen thymol (25-50%) en carvacrol (3-10%). Tijm bevat daarnaast ook looistoffen, flavonoïden en Fenolzuren als rozemarijnzuur en cafeïnezuur die mede bepalend zijn voor haar geneeskrachtige werking.
Tijm staat bekend om zijn slijmoplossende, ontstekingsremmende, antibacteriële en antivirale eigenschappen en wordt al eeuwenlang gebruikt vanwege zijn heilzame kwaliteiten die voornamelijk bij luchtwegklachten zoals hoest, bronchitis en verkoudheid en andere luchtwegproblemen van pas komen. Het helpt slijm in de luchtwegen los te maken en af te voeren, is kramp verminderend en kan daardoor ook ondersteunend werken bij astma. Bij inname komt het grootste deel van de etherische olie terecht in de longblaasjes en wordt daar weer uitgescheiden. Een ander werkingsgebied is het spijsverteringsstelsel. Volgens Bäumler wordt de afgifte van speeksel en maagsappen gestimuleerd waardoor spijsverteringsklachten als een zwaar gevoel op de maag, winderigheid en krampen kunnen worden voorkomen of verzacht. Daarnaast vermeldt hij dat Tijm gebruikt wordt bij ontstekingen in de mond- en keelholte, bij reumatische klachten en huidproblemen als eczeem en jeuk.
Ook binnen de aromatherapie is Tijm een hoog gewaardeerde olie. Interessant zijn de verschillende soorten etherische olie van Tijm. Van Thymus vulgaris bestaan verschillende chemotypen. Afhankelijk van de uiteenlopende groeifactoren zoals de groeiplaats, het klimaat, de bodem, de zonuren en het tijdstip van oogsten, varieert de chemische samenstelling van de olie. Zo heb je bijvoorbeeld de chemotypen: Linalool, Geraniol, Thujanol, Thymol of Carvacrol. Thymus vulgaris Linalool is een zeer milde olie met een hoog percentage linalool (60-80% geraniol) dat onder de Monoterpenolen valt in tegen stelling tot de Thymus vulgaris Thymol en Carvacrol die relatief veel fenolen bevatten. Toch hebben alle chemotypen ook overeenkomstige werkgebieden. Tijmolie wordt o.a. gebruikt bij infectieziektes als voorhoofdsontsteking, bronchitis, hoest, en vastzittend slijm, stress, vermoeidheid en burn-out, pijnlijke spieren en gewrichten en reuma.
Het hydrolaat van Thymus vulgaris Linalool kan voor uiteenlopende doelen worden ingezet en is mild in gebruik: als wondverzorging, bij gordelroos, als gezichtsverzorging bij acne en eczeem, als mond- en haarwater, als tonic na het scheren, in deo´s, shampoo en gezichtscrème, bij insectenbeten en in een stoombad om mee te inhaleren bij verkoudheid.
Verse en gedroogde Tijmblaadjes kun je op veel verschillende manieren als geneeskrachtig medicijn gebruiken. Zo kun je er thee van maken die je niet alleen kunt drinken maar ook kunt gebruiken in omslagen, een bad of een mondspoeling. Je kunt van Tijm een tinctuur, keelsnoepjes, een siroop of een tijmhoning maken. Ook kun je met Tijm of de etherische olie ervan stomen/inhaleren. Bovendien is het een heerlijk keukenkruid dat je kunt toevoegen aan uiteenlopende gerechten, aan een kruidenolie (kijk voor het recept bij de Marjolein) of kruidenazijn.
Tijmsiroop
Hier volgt een recept uit het boekje "Kräuter-Rezepte" van Siegrid Hirsch voor een tijmsiroop die helpt bij sterke hoesten of vastzittend slijm:
- 1 eetlepel honing
- 1 theelepel gedroogde tijm (in een vijzel fijn malen)
- 250 ml zwarte bessensap
De Tijm vermaal je in een vijzel en verroer je daarna met de honing en zwarte bessensap. Je neemt hiervan over de dag verdeeld meermaals een klein borrelglaasje.
- Kräuter-Rezeptbuch. Siegrid Hirsch. Freya 2012.
- Heilpflanzenpraxis Heute. Porträts - Rezepturen - Anwendung. Siegfried Bäumler. Urban & Fischer, 2007.
- Aromatherapie für Pflege- und Heilberufe; Kursbuch für Ausbildung und Praxis. Eliane Zimmermann. Haug, 201
Venkel (Foeniculum vulgare)
Je ziet het al aan de bloemschermen, ook de Venkel is familie van de schermbloemige(Apiaceae). En het zijn ook deze bloemschermen die voor ons interessant zijn. Niet zozeer de bloeiende kopjes maar de zaadjes die hier later uit voortkomen. Net als bij Anijs, Karwij, Komijn en Koriander bevatten deze zaadjes etherische olie die voor een belangrijk deel voor de anijsachtige smaak en de geneeskrachtige werking verantwoordelijk zijn.
De naam Venkel komt voort uit haar Latijnse naam "Founiculum" dat weer afstamt van het woord "foenum" en "hooi" betekent. De tweede naam "vulgare" betekent "algemeen voorkomend". Van oorsprong komt de Venkel voor in het Middellandse Zeegebied, waar dit kruid ook al sinds de oudheid wordt gekweekt. Er komen daar twee ondersoorten van de gewone Venkel (Foeniculum vulgare Mill.) voor:
- Foeniculum vulgare ssp piperitum (peper- of ezelsvenkel)
- Foeniculum vulgare ssp vulgare (tuinvenkel)
Als specerijplant trok Venkel over de Alpen en kwam via de kloostertuinen ook naar de meer noordelijk gelegen Europese landen. Belangrijk voor de verspreiding van veel kruiden en groenten was daarbij ook de "Capitulare de villis" van Karel de Grote (747 – 814). Karel de Grote kon zijn rijk alleen bij elkaar houden door met zijn hele gevolg van plek naar plek rond te reizen. In de "Capitulare de villis" stond onder meer nauwkeurig beschreven welke groenten en kruiden bij zijn verblijven moesten worden aangeplant om zo de verzorging van zijn hofhouding en soldaten te garanderen.
Vanuit de tuinen heeft de Venkel zich kunnen verwilderen zodat het mogelijk is dat je in Nederland in het wild af en toe een venkelplant tegenkomt. Ook in Oostenrijk heeft de Venkel zich in bepaalde regio's, waar de omstandigheden aan de eisen voldoen, zoals in wijnbouwgebieden en op rivieroevers, als neofiet gevestigd.
De ondersoort Foeniculum vulgare wordt tegenwoordig in heel Europa geteeld en in de loop van de tijd zijn er drie varianten ontstaan:
- Bittere Venkel (Foeniculum vulgare var. vulgare)
- Zoete Venkel (Foeniculum vulgare var. dulce)
- Knolvenkel (Foeniculum vulgare var. azoricum)
De knolvenkel wordt graag als groente gekweekt en kom je geregeld tegen in de groentetuin. Venkel maakt een diepe penwortel en houdt daarom van een ietwat losse grond. Ze doet het daarom goed in verhoogde groentebakken. Daarnaast heeft ze graag een zonnig en warm plekje maar de grond moet niet teveel uitdrogen. De bovengrondse "knol" van de Knolvenkel is niet een echte knol zoals bijvoorbeeld de selderijknol maar een samengegroeide bol van verdikte bladscheden. De bol die boven op de penwortel ontstaat, wordt graag als groente gebruikt. Voor een goede bolvorming is het belangrijk dat je de venkel niet te vroeg in het jaar zet maar pas tegen het einde van de zomer. Zaai je Venkel in het voorjaar dan heb je grote kans dat de planten meteen doorschieten en in plaats van een mooie rond bol, stengels met bloemen vormen. De anijsachtige smaak maakt Venkel tot een bijzondere groente. Niet alleen de bol is eetbaar maar ook de andere bovengrondse delen van de plant kun je in de keuken gebruiken.
Venkel word al sinds de oudheid gebruikt binnen de volksgeneeskunde. Vroeger werd de hele plant gebruikt. De Venkel knol en het zaad werd gebruikt om de melkafscheiding te bevorderden en de wortels werden fijn geplet en gedronken met melk om de beet van een hondsdolle hond te genezen. Een afkooksel van de stengels was weer gunstig voor blaas- en nieraandoeningen. Venkelzaad werd ingezet voor uiteenlopende klachten, waaronder spijsverteringsklachten, luchtwegaandoeningen en menstruatieproblemen.
Binnen de natuurgeneeskunde wordt tegenwoordig nog uitsluitend gebruik gemaakt van de zaadjes (vruchtjes) van de Bittere Venkel (Foeniculi amari fructus) en de Zoete Venkel (Foeniculi dulcis fructus). Deze bevatten een hoog gehalte aan etherische olie die je goed kunt ruiken wanneer je de zaadjes tussen je vingers fijn wrijft. Daarnaast bevatten de venkelzaadjes een klein percentage vette olie. Vanwege haar geneeskrachtige werking heeft de HMPC de bittere en zoete Venkel geclassificeerd als traditionele kruidengeneesmiddelen. Op basis van jarenlange ervaring is vastgesteld dat zoete en bittere venkel kan worden gebruikt voor de symptomatische behandeling van dyspeptische klachten zoals milde, krampachtige maag-darmklachten, opgeblazen gevoel, winderigheid, als slijmoplossend middel bij hoest die gepaard gaat met verkoudheid en ontsteking van de bovenste luchtwegen en om menstruatiekrampen te verlichten.
Met name de etherische olie van de zaadjes hebben de grootste medicinale werking. Ze bevatten o.a. het zoete, naar anijs smakende trans-anethol en het bitter smakende fenchon. Daarnaast bevatten beide oliën uiteenlopende mono-terpenen. Volgens Stichting Aromatherapie (zie literatuur) zijn de etherisch olie van zoete - en bittere Venkel relatief gelijk in chemische samenstelling. Het belangrijkste verschil is het gehalte aan fenchon. Bij de bittere Venkel is het fenchongehalte hoger dan bij de zoete Venkel. De etherische olie van zoete Venkel (var. dulce) bevat beduidend minder fenchon, waardoor de smaak van de vrucht wordt gedomineerd door het zoetere trans-anethol.
Stichting aromatherapie vermeld met name de werking van de zoete Venkel. Deze is slijmoplossend, krampstillend, pijnverdovend, antiseptisch, œstrogeenachtig werkend en spijsverteringsbevorderend. Daarnaast vermeld de stichting dat de olie kan worden gebruikt als een zenuwtonicum en als een aperitivum (stimuleert de spijsverteringssappen – vooral thee van venkelzaad). In een aromaverdamper kan de olie behulpzaam zijn bij astma, astmatische bronchitis en hoest en nerveuze spanningen en stress verlichten. Toegevoegd aan het badwater is zoete Venkel volgens de Stichting Aromatherapie in te zetten bij verkrampingen van de luchtwegen en spieren en werkt de olie in lage dosering stimulerend op het hart, de luchtwegen en mogelijk de nieren. Uitwendig gebruikt en toegevoegd aan een vette plantenolie werkt venkel licht pijnverdovend bij spierklachten en kan de olie helpen het lichaam te ontgiften en een onderdeel zijn bij de behandeling van cellulites. Hiervoor kun je ook gebruik maken van het venkel-hydrolaat. Het hydrolaat kun je ook gebruiken in je zelf gemaakte natuurcosmetica producten.
Volgens Zimmerman, die de werking van de bittere olie beschrijft, zijn de belangrijkste lichamelijke klachten waarvoor deze olie kan worden gebruikt: diverse menstruatie klachten (pijnlijke, uitblijvende of onregelmatige bloedingen), tijdens de overgang, spijsverteringsklachten, winderigheid en darmkrampen, bronchitis en astma, cellulitis en zware benen.
Op grond van nieuwe bevindingen over de genotoxiciteit en carcinogeniteit van estragol, een stofje dat voorkomt in de etherische olie van de bittere Venkel, heeft de HMPC haar monografie over bittere venkelolie ingetrokken, en wordt deze door hen niet langer als een traditioneel geneesmiddel beschouwd. Deze conclusie is echter gebaseerd op studies waar puur estragol is gebruikt. Studies waar extracten van Venkel worden gebruikt laten andere uitkomsten zien. Zolang hier geen volledige duidelijkheid over bestaat kun je voor een kuur, waar je de Venkel voor langere tijd in een hogere dosering neemt als bij normaal gebruik, wellicht beter de zoete Venkel gebruiken.
Wil je zelf een thee maken van de zaadjes dan kneus je deze het beste eerst licht aan in een vijzel. Neem 1,5 g gram voor 1 kop thee (250 ml) en laat de thee 15 minuten trekken. De maximale dagelijkse dosis bedraagt volgens Bäumler 5-7 g Venkelzaad voor volwassenen, 5g voor kinderen (4 tot 12 jaar), 3-5 g voor kinderen (1 tot 4 jaar) en 1-2 gram voor baby´s (0 tot 1 jaar). Gebruik het in deze hoeveelheid niet langer dan 2 weken achtereen, voor kinderen geldt 1 week. Tijdens de zwangerschap is een kuur met Venkel niet geschikt.
Hoestensap volgens Hirsch
- 2 eetlepels venkelzaad
- 2 eetlepels anijszaad
- 2 eetlepels dillezaad en dille kruid
- 2 eetlepels tijmblaadjes
- 2 eetlepels fijngesneden salieblad
- 1/2 liter water
- 500 g echte honing
Pureer de anijs-, venkel-, dillezaadjes en dille kruid met een beetje water met een (staaf) mixer en breng dit kort aan de kook. Breng de Salie en de Tijm in het resterende water aan de kook en laat dit vervolgens 1 minuut trekken. Zeef de Salie en de Tijm eruit en voeg dit aftreksel samen met de honing toe aan de kruidenpuree. Roer alles goed door en vul het af in een steriele fles. Neem hiervan 1 tot 2 eetlepels meermaals per dag bij hoesten en vastzittend slijm.
Venkelazijn
- 3/4 L witte-wijn- azijn
- 1/4 L witte wijn
- 2 eetlepels vers bloeiend venkelkruid of een stuk venkelknol
- een paar takjes verse dille blaadjes
Doe alles in een pan en verwarm het tot 60 graden. Daarna doe je alles in een schone fles en laat je de azijn 1 week trekken. Vervolgens zeef je de kruiden eruit en doe je de azijn weer terug in de fles. Voor de sier kun je er nog een een takje verse dille of venkel met een bloemenscherm in doen.
- Heilpflanzenpraxis Heute. Porträts - Rezepturen - Anwendung. Siegfried Bäumler. Urban & Fischer, 2007.
- Aromatherapie für Pflege- und Heilberufe; Kursbuch für Ausbildung und Praxis. Eliane Zimmermann. Haug, 2011
- Hydrolate, sanfte Heilkräfte aus Pflanzenwasser. Ingrid Kleindienst-John. Freya, 2020
- Kräuter-Rezeptbuch. Siegrid Hirsch. Freya 2012.
- stichtingaromatherapie.nl/aromatherapie/essentiele-olien/venkel/
- https://arzneipflanzenlexikon.info/index.php?de_pflanzen=53