• Looistoffen


    verdichten de huid en slijmhuid

    Looistoffen

    Looistoffen zijn gecompliceerde, stikstofvrije verbindingen (polyfenolen). Ze worden ook tannines genoemd. Hun belangrijkste eigenschap is de adstringerende (=samentrekkende) werking op de huid bij ontstekingsprocessen. Ontstekingen kenmerken zich door roodheid, opzwellen van weefsel en verhoogde afscheiding. De looistoffen zorgen ervoor dat de eiwitketens in de huidoppervlakte met elkaar verbonden worden tot onoplosbare eiwitverbindingen. Hierdoor ontstaat er een verdichte, leerachtige stabiele huidlaag die bescherming biedt tegen chemische en mechanische prikkels.


    Door het samentrekken van het weefsel verliezen de cellen van de bovenste huidlaag water en werken ze behalve samentrekkend ook uitdrogend. Daarnaast hebben looistoffen een bloedstillende werking. Omdat ook de capillaire vaten zich verdichten neemt de doorbloeding van de huid af. Tevens neemt de zwelling van de slijmhuid af, wordt de prikkelbaarheid van het weefsel minder en verloopt de genezing sneller. De afname van de prikkelbaarheid geldt ook voor de zenuwcellen in de huid, waardoor looistoffen tevens een pijn- en jeukverminderend effect hebben. Tenslotte werken looistoffen ontstekingsremmend. Door de gelooide huid kunnen minder kiemen binnen dringen en vinden deze een slechte voedingsbodem voor in de vochtarme cellen waardoor ze zich niet kunnen vermeerderen. Deze antivirale werking is van grote waarde bij een verzwakte en ontstoken (slijm)huid.


    Voor de plant zelf beschermen looistoffen tegen rotting en verhinderen ze het binnendringen van vocht en schadelijke bacteriën en ander ongedierte. Aan de andere kant verhinderen ze het verdampen van te veel water.

    Gebruik

    Looistoffen werken op de huid en slijmhuid en kunnen zowel in- als uitwendig worden gebruikt. Uitwendig vinden looistofhoudende kruidenbereidingen toepassing als mond- en gorgelwater. Inwendig dienen ze vooral voor de behandeling van diarree. Looistoffen kunnen ook zware metalen als amalgaam binden. Door de darm worden ze niet opgenomen.


    Tegenspeler van looistoffen zijn de alkaloïden. In het geval van zwarte thee is het bijvoorbeeld zo dat cafeïne (een alkaloïde) na 3 tot 5 minuten trekken vrijkomt. De looistoffen lossen pas na 5-10 minuten op. Dan binden de looistoffen de cafeïne en werkt de thee niet meer zo sterk opwekkend maar kan deze bijvoorbeeld worden ingezet bij diarree.

     

    Van de meeste looistofhoudende kruiden wordt thee gemaakt omdat looistoffen goed in water oplossen. Een thee kan worden gedronken maar ook worden gebuikt voor spoeling van de mondholte, zitbaden bij aambeien of omslagen bij huidproblemen of schaaf(wonden).  Van sommige kruiden wordt ook graag een tinctuur gemaakt die je kunt gebruiken voor wonden maar ook inwendig bij diarree. Ook bosbessen worden vanwege de looistoffen die ze bevatten, in de natuurgeneeskunde ingezet bij diarree. De gedroogde bosbessen kun je zo eten maar je kunt ze ook licht aanstoten in de vijzel en er dan thee van trekken.

     

    Tegenwerking

    In geval van verstopping, droog eczeem of droge slijmhuid zijn looistoffen niet geschikt.

    In te hoge dosering kunnen looistoffen irritatie van de maagslijmhuid en overgeven veroorzaken. Deze problemen kunnen eventueel met suiker of slijmstoffen of een theelepel helende aarde (bijvoorbeeld van Luvos) tegengegaan worden.

    Bedacht moet worden dat looistoffen de opname van medicijnen kunnen bemoeilijken evenals de opname van sommige mineralen waaronder ijzer. Heb je last van bloedarmoede dan is inwendig gebruik van looistoffen af te raden.

    Langdurige inname van hoge doseringen looistoffen is niet aan te bevelen omdat hierdoor leverproblemen kunnen ontstaan. 

    Medicijnplant

     

    Eik

    Walnoot

    Toverhazelaar

    cistrose

     

    Eik

    Roos

    Salie

    Zwarte/groene thee

    Toverhazelaar

    cistrose

     


    Torrmentil

    Salie

    Toverhazelaar

     

     

    Tormentil

    Salie

    Zwarte/groene thee

    Toverhazelaar



    Tormentil

    Braam

    Vrouwenmantel

    Zilverschoon

    Bosbes

    Zwarte/groene thee


    

    Werking


    Pijn en jeuk stillend

    Licht lokaal verdovend




    Samentrekend

    Uitdrogend

    Prikkelverzachtend

    Koelend

    Ontstekingsremmend

    wondgenezingbevorderend



    Bloedstillend

    sekretieremmend




    Kiemdodend

    Antibacterieel (bacterie)

    Antiviraal (virus)

    Antimycotisch (schimmel)

     


    Stoppend bij diarree

    Verhinderen het binnendringen van toxische/ziekteverwekkende stoffen in de darm






    Gebruik


    Eczeem

    Chronische, ontstekingsachtige, nattende huid



    Wondgenezing

    Herpes

    Zonnebrand

    Insektensteken

    Aambeien

    Overmatig zweten

    Wonden in mond en keelbereik


    Schaafwonden

    Overmatige zweetproductie




    Wonden

    Diarree

    Cariës

    Candida-infectie



    Diarree



     






    Planten met veel looistoffen 


    • Amerikaanse cranberry (Vaccinium macrocarpon): bes
    • Tormentil (Potentilla erecta): wortelstok
    • Braam (Rubus fruticosus): blad
    • Eik (Quercus robur): schors
    • Vrouwenmantel (Alchemilla xanthochlora): kruid
    • Zilverschoon (Argentina anserina): kruid
    • Beklierde ogentroost (Euphrasia rostkoviana): kruid
    • Bosbes (Vaccinium myrtillus): gedroogde vrucht
    • Framboos (Rubus idaeus): blad
    • St. Janskruid (Hypericum perforatum): kruid
    • Melisse (Melissa officinalis): kruid
    • Pepermunt (Metha x piperita): blad
    • Roos (Rosa Gallica): bloem
    • Rozemarijn (Rosmarinus officinalis): blad
    • Salie (Salvia officinalis): blad
    • Zwarte of groene thee (Camellia sinensis): blad
    • Bosaardbei (fragaria vesca): blad
    • Walnoot (Juglans regia): blad
    • Toverhazelaar (Hamamelis virginiana): blad/schors
    • Cistrose (Cistus incanus): blad
    Share by: